Een chauffeur van een dieplader werd stil gehouden door een politieambtenaar. Volgens deze politieambtenaar zou het één en ander mankeren aan de dieplader en hij vond het daarom niet verantwoord om de combinatie verder te laten rijden. Hij stelde de chauffeur dan ook voor om de kraan, die op de dieplader stond, op het bedrijventerrein neer te zetten en een andere dieplader te halen. De chauffeur van de dieplader stemde na overleg met zijn baas daarmee in. Verzoeker kon de kraan pas na vier dagen laten ophalen en in tussentijd werden vier stempelplaten gestolen. Hij leed daardoor bedrijfsschade van circa €1400. Hij stelde de politie aansprakelijk voor de geleden bedrijfsschade, maar de politie wees het verzoek om schadevergoeding af.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de politie in redelijkheid tot een afwijzing van het verzoek om schadevergoeding heeft kunnen komen. De standpunten over het al dan niet terecht stilhouden staan tegenover elkaar. Van de politie hoeft dan niet te worden verwacht dat zij een schadevergoeding toekent. Geen sprake van bewijsproblemen door de handelwijze van de politie. Het is verder aan verzoeker om ervoor te zorgen dat de schade zoveel mogelijk wordt beperkt. Voorts is er geen sprake van een claim van geringe omvang die de politie vanuit een coulante opstelling redelijkerwijs zou moeten honoreren.
Ten slotte is de Nationale ombudsman van oordeel dat de politie op een behoorlijke wijze is omgegaan met het verzoek om schadevergoeding. Hoewel de politie in eerste instantie slechts op basis van de stukken tot een afwijzende beslissing is gekomen, heeft zij verzoeker na zijn reactie tweemaal uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek met de betrokken politieambtenaren. De uitnodiging voor een persoonlijk gesprek draagt bij aan een zorgvuldige claimbehandeling en is in overeenstemming met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving. Bovendien kan een persoonlijk gesprek met verzoeker en de betrokken politieambtenaren conflictoplossend werken. Het niet ingaan op de uitnodigingen voor een persoonlijk gesprek met de betrokken politieambtenaren ziet de Nationale ombudsman als een gemiste kans.