2011/069: ZZP'ers met een valse start' (9 feb 2010) over bejegening door inspecteurs van het UWV

Rapport

Na haar ontslag probeerde verzoekster in 2005-2006 een onderneming op te zetten. In november 2009 nam een inspecteur van het UWV contact met haar op omdat er na een bestandsvergelijking met de Belastingdienst (meer hierover in rapport 2010/025) vragen waren gerezen.

De inspecteur kwam twee keer langs. De bezoeken duurden lang en de toon van de gesprekken zou ondervragend en dwingend zijn. Verzoekster gaf aan dat er woorden in de mond waren gelegd en dat zij een gevoel kreeg een crimineel te zijn, zonder te weten waar zij van beschuldigd werd.

Door de wijze waarop de inspecteur de gesprekken was ingegaan, besefte verzoeker dit pas achteraf.

Hierop diende verzoekster een klacht in over de duur en de inhoud van de bezoeken die de inspecteur had afgelegd alsmede over diens houding tijdens die bezoeken.

Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman bleek het volgende.

De huisbezoeken duurden in totaal ongeveer acht uren. Verzoekster kon tijdens deze bezoeken haar verhaal uitgebreid vertellen. Zij kreeg door de houding van de inspecteur het gevoel dat er op enig moment een vertrouwensband was ontstaan. Daardoor was zij niet meer alert op was zij vertelde. Ondanks het gevoel van een vertrouwensband vond zij de gesprekken niet prettig omdat zij ook het gevoel had als een crimineel te worden behandeld. Ook zou de inspecteur haar hebben geadviseerd om de zelfstandigenaftrek bij de Belastingdienst terug te draaien. Zij kreeg achteraf de indruk dat de vertrouwensband werd misbruikt door de inspecteur voor het vervullen van zijn taak.

De inspecteur gaf aan dat hij bekend was met de bezwaren van zzp'ers. Hij had verzoekster ook verteld dat het onderzoek naar aanleiding van de bestandsvergelijking geen schoonheidsprijs verdiende. Ook deelde hij mee dat de informatievoorziening over de directe en indirecte uren vanuit het UWV te wensen overliet. Omdat hij wist wat voor impact een huisbezoek heeft en vanwege de complexiteit van de zaak had hij de tijd genomen om de gegevens te verzamelen en naar de mensen te luisteren. Hij vergat daarbij nooit het doel en de kern van zijn bezoek.

Verder vertelde de inspecteur dat hij nooit adviezen geeft. Omdat verzoekster na het opstellen van het rapport vroeg of zij een terugvordering van het UWV zou ontvangen, deelde hij mee dat het UWV niet terug zou vorderen omdat zij voor de weg van de Belastingdienst had gekozen. Hiermee bedoelde hij dat verzoekster bij de Belastingdienst zou aangeven ten onrechte zelfstandigenaftrek te hebben geclaimd omdat zij niet zoveel uren zou hebben gewerkt. Omdat het aantal gewerkte uren in de rapport van het UWV ongewijzigd bleef, had verzoekster te weinig uren aan het UWV doorgegeven. Daarom vorderde ook het UWV geld terug.

Tijdens het onderzoek is niet gebleken van uitzonderlijke omstandigheden die twee huisbezoeken noodzakelijk maakten. Ook de informatie die in het verslag is vastgelegd lijkt de totale onderzoeksduur niet te rechtvaardigen. Het was informatie die nodig is om een besluit te nemen over een eventuele herziening van de uitkering. Andere inspecteurs bleken de informatie tijdens een bezoek van drie tot vier uur te hebben verzameld.

Gelet op het voorgaande, alsmede gelet op de aandacht die de inspecteur schonk; de duur van de gesprekken; de mededeling over de informatievoorziening door het UWV en de uitspraak over de weg van de Belastingdienst, kan de Nationale ombudsman zich voorstellen dat verzoekster dacht dat zij geen terugvordering van het UWV hoefde te verwachten. De Nationale ombudsman acht de klachten gegrond wegens strijd met het vereiste van professionaliteit.

Instantie: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Klacht:

duur en inhoud van de bezoeken alsmede de houding van de inspecteur tijdens de bezoeken

Oordeel:

Gegrond