2011/068: Zw-uitkering wordt gestopt na onrechtmatige hersteldmelding door UWV-medewerker

Rapport

Verzoekster constateerde dat haar uitkering in het kader van de Ziektewet (Zw) opeens was stopgezet doordat een derde (verzoekster vermoedde haar ex-partner) haar bij het UWV hersteld gemeld zou hebben. Het kostte verzoekster naar eigen zeggen veel moeite haar recht op de Zw-uitkering te doen herleven. Zij wilde bij de politie aangifte doen van identiteitsfraude maar had hiertoe nadere informatie over de vermeende dader nodig. Zij vroeg het UWV haar deze nadere informatie te verstrekken. Het UWV liet verzoekster weten haar de gevraagde informatie niet te kunnen verstrekken omdat deze, direct na de hersteldmelding, vernietigd zou zijn. Verzoekster diende hierop een klacht in bij het UWV. Naast het feit dat zij bewijs wilde van haar onterechte hersteldmelding teneinde aangifte te kunnen doen, klaagde zij er onder meer over dat het UWV de procedure met betrekking tot de hersteldmelding onvoldoende verifieerde. Het UWV liet verzoekster in antwoord op haar klacht weten dat het een grondig onderzoek had uitgevoerd op het desbetreffende UWV-kantoor. Hieruit zou naar voren zijn gekomen dat verzoeksters hersteldmelding via de elektronische weg (viewmail) had plaatsgevonden en dat deze melding - na verwerking - automatisch was verwijderd. Later meldde het UWV aan verzoekster dat zij niet hersteld was gemeld via de elektronische weg, maar via de 'betermeldtelefoon'. Verzoekster diende een klacht in bij de Nationale ombudsman. Ook de Nationale ombudsman kreeg in het kader van het inmiddels gestarte onderzoek aanvankelijk van het UWV te horen dat de hersteldmelding zou zijn ingesproken op de 'hersteldmeldlijn' . Pas nadat de Nationale ombudsman nadere vragen stelde bleek dat het UWV zowel aan verzoekster als aan de Nationale ombudsman onjuiste informatie had verstrekt. Gebleken was namelijk dat de onterechte hersteldmelding volledig te wijten was aan een verkeerde handeling van een UWV-medewerker tijdens de beoodeling van het recht op een WIA-uitkering. De hersteldmelding bleek geen enkele relatie te hebben met een telefoongesprek, brief of digitale hersteldmeldmelding van derden. Het UWV betreurde dat het aanvankelijk onjuiste informatie had verstrekt en bood de Nationale ombudsman hiervoor welgemeende verontschuldigingen aan.

De Nationale ombudsman oordeelde dat het UWV had gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking en wees het UWV er op dat de Nationale ombudsman erop moet kunnen vertrouwen dat de informatie die hij in het kader van een onderzoek ontvangt, juist is. Niet eerder dan dat aanvullende vragen van de Nationale ombudsman over de aard van het grondig onderzoek werd gesteld, heeft daadwerkelijk grondig onderzoek plaatsgevonden. Hieruit bleek dat de eerder verstrekte informatie onjuist was. Er zijn in het onderzoek excuses aangeboden maar niet is aangegeven hoe dit in de toekomst te voorkomen. De Nationale ombudsman heeft aanleiding gezien aan het rapport een tweetal aanbevelingen te verbinden.

Instantie: Uitkeringsinstantie werknemersverzekeringen

Klacht:

zowel verzoekster als Nationale ombudsman onjuist geïnformeerd

Oordeel:

Gegrond