Verzoeker startte een onderneming in het Oosten van het land. Hij wilde problemen met de fiscus voorkomen en zocht een goede boekhouder om hem daarbij te helpen. Via via en, volgens verzoeker, mede op aanraden van de Belastingdienst vond hij een boekhouder. Deze boekhouder onderhield contacten met de Belastingdienst en adviseerde verzoeker over de wijze waarop hij omzetbelasting moest berekenen en afdragen.
Na enige tijd ondervond verzoeker de gevolgen van het uitblijven van werkzaamheden van deze boekhouder. Diverse belastingaanslagen en boetes vielen op de mat. Verzoeker is van mening dat de Belastingdienst in actie had moeten komen tegen deze boekhouder omdat de Belastingdienst al sinds lange tijd op de hoogte zou zijn van het niet nakomen van afspraken door deze boekhouder.
Doordat de Belastingdienst niet ingreep zijn volgens verzoeker vele mensen gedupeerd.
Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman bleek dat de Belastingdienst naar aanleiding van de klacht van verzoeker uitgebreid onderzoek heeft verricht. Niet alleen de beschuldigingen tegen de boekhouder maar ook de in de klacht met naam genoemde belastingambtenaren werden onderzocht. De Nationale ombudsman heeft het vertrouwelijke rapport van dat onderzoek ingezien. Daaruit bleek niet dat de Belastingdienst al sinds lange tijd op de hoogte was van de wanprestatie van de boekhouder. Uit onderzoek bleek dat eind 2008 de Belastingdienst de eerste interne signalen bereikten dat de zaken bij de boekhouder niet op orde waren. De genoemde ambtenaren hadden volgens het onderzoek ook geen handelingen verricht die niet bij hun ambt hoorden.
Het probleem waar de Belastingdienst in dit soort zaken tegen aanloopt is dat de regels voor de privacy ook gelden voor een boekhouder die zijn werk niet goed doet. De Belastingdienst mag dus geen uitlatingen doen over de wijze van presteren van een boekhouder omdat hij daarmee de privacy van de boekhouder schendt. De Nationale ombudsman is dan ook van oordeel dat het uitblijven van actie van de Belastingdienst niet aan de Belastingdienst tegengeworpen kan worden.
Het vereiste van voortvarendheid dat inhoudt dat de Belastingdienst slagvaardig en met voldoende snelheid optreedt is dan ook niet geschonden.
Nadat verzoeker een officiële klacht bij de Belastingdienst had neergelegd is er juist heel snel actie ondernomen. Hieruit leidt de Nationale ombudsman af dat de Belastingdienst de klacht van verzoeker heel serieus heeft genomen en daarop snel en accuraat heeft gereageerd. Anno 2010 werd duidelijk dat de boekhouder na zijn faillissement gewoon weer zijn werkzaamheden is gaan verrichten. De Nationale ombudsman heeft de Belastingdienst hiervan op de hoogte gesteld.