De IND schortte in een verblijfsprocedure de behandeling van een bezwaarschrift op. In het bezwaarschrift waren medische redenen aangevoerd. Om die reden had de IND het Bureau Medische Advisering (BMA) om een nieuw medisch advies gevraagd. Het BMA wilde geen nieuw advies uitbrengen zolang de klacht tegen het eerste advies nog in behandeling was bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.
Verzoeker klaagde erover dat de IND hem voor de keus stelde om de klacht bij het tuchtcollege in te trekken of om af te wachten totdat er een beslissing van het tuchtcollege zou zijn. Hiermee overschreed de IND de beslistermijn ruimschoots en werd geen rekening gehouden met de belangen van verzoeker.
De Nationale ombudsman acht het niet juist dat de verantwoordelijkheid voor de oplossing van de situatie bij verzoeker wordt gelegd. Het had in de rede gelegen dat de IND en het BMA om tafel waren gegaan om te zoeken naar een manier om de behandeling van het bezwaarschrift te kunnen voortzetten en ook recht te doen aan verzoekers klachtrecht. Uit de reactie blijkt niet dat op deze wijze naar oplossingen is gezocht.
Vereiste van goede samenwerking.