De Nationale ombudsman ontving een klacht van de heer K. over het Leger des Heils te Alkmaar (LJ&R). Het LJ&R voerde de ondertoezichtstelling van twee van zijn kinderen uit, die bij zijn ex-partner woonden. De heer K. vertrouwde erop dat het LJ&R de veiligheid en ontwikkeling van zijn kinderen zou bevorderen. Volgens de heer K. ging het LJ&R echter onbegrijpelijk en tendentieus te werk en verergerde dit de situatie rond zijn kinderen juist.
De heer K. klaagde erover dat het LJ&R opmerkingen heeft gemaakt in verslagen die niet zijn onderbouwd, die hem in een kwaad daglicht stellen en als vader diskwalificeren. Volgens de heer K. had het LJ&R daarnaast in contactjournaals acties aangekondigd die vervolgens niet zijn uitgevoerd. Volgens de heer K. heeft het LJ&R het beleid tussen 28 augustus 2008 en 4 september 2008 gewijzigd van 'plaatsing kinderen bij vader' in 'plaatsing kinderen op neutrale plek' zonder dat daarover contact met hem is geweest en zonder enige onderbouwing. De heer K. betreurde het dat het LJ&R geen gevolgen heeft verbonden aan een door de klachtencommissie gegrond verklaarde klacht.
De Nationale ombudsman oordeelde dat het LJ&R in strijd heeft gehandeld met het vereiste van professionaliteit door de heer K. te diskwalificeren, hem onvoldoende te informeren over en te betrekken bij het verloop van de ondertoezichtstelling en door niet adequaat te reageren op zijn signalen van onvrede. In deze zaak was het niet zozeer de ondertoezichtstelling zelf die werd betwist door de heer K., maar was het de houding van de gezinsvoogd en de organisatie die de heer K. ertoe bracht om een klacht in te dienen. Zijn aanvankelijke vertrouwen in het LJ&R werd geschaad, omdat respect en participatie ontbraken van de kant van het LJ&R.