Verzoeker ervaart al enige jaren geluidsoverlast van zijn buurman. Deze buurman werkt als politieambtenaar. Verzoeker klaagt erover dat de politie niet reageert op de meldingen die hij hierover heeft gedaan. Daarnaast klaagt verzoeker over de duur van de klachtbehandeling.
De Nationale ombudsman stelt vast dat er in de loop van de tijd met verzoeker afspraken zijn gemaakt over de manier waarop hij de overlast dient te melden. Dit moet verzoeker doen via het landelijke nummer. Ook is verzoeker verteld dat hij, indien de politie niet reageert op zijn melding, direct contact kan opnemen met politieambtenaar J., zijnde de leidinggevende van de buurman. Verzoeker heeft dit niet weersproken. Uit het onderzoek is gebleken dat verzoeker vanaf 22 oktober 2009 tot aan 24 juli 2010 geen enkele melding heeft gedaan van geluidsoverlast veroorzaakt door zijn buurman. Verzoeker heeft aangegeven dat hij de politie niet belt, omdat hij geen vertrouwen heeft in het optreden van de politie, nu zijn buurman politieambtenaar is. De Nationale ombudsman is dan ook van oordeel dat het de politie niet kan worden tegengeworpen dat zij niet optreedt in dit burenconflict, nu is gebleken dat verzoeker ondanks de gemaakte afspraken geen meldingen doet van de door hem ondervonden geluidsoverlast. De politie heeft dan ook niet in strijd gehandeld met het vereiste van professionaliteit.
Ten aanzien van de behandelingsduur van de klacht van verzoeker is de Nationale ombudsman van oordeel dat de korpsbeheerder in strijd heeft gehandeld met het vereiste van voortvarendheid, nu deze klachtbehandeling ruim negen maanden heeft geduurd.
