De Belastingdienst stortte een onder meer verzoeker toekomende teruggaaf inkomstenbelasting op een op verzoekers naam staande rekening, die op dat moment geblokkeerd was. Verzoeker is het er niet mee eens dat de Belastingdienst weigert de teruggaaf alsnog op het door hem gewenste rekeningnummer te storten.
Verzoeker verzocht de Belastingdienst op 16 juni 2009 om wijziging van zijn rekeningnummer.
De brief werd op 18 juni 2009 door de Belastingdienst ontvangen. Op dat moment was de teruggaaf inmiddels door de Belastingdienst betaalbaar gesteld.
De Belastingdienst handelde in het geval van verzoeker voortvarend door het rekeningnummer binnen drie werkdagen in zijn systeem te muteren. Verder kan de Belastingdienst worden gevolgd in zijn stelling dat het in de geautomatiseerde praktijk van verwerking van aangiften en opleggen van aanslagen op het moment van mutatie van een rekeningnummer onuitvoerbaar is om te onderzoeken of er nog geld onderweg is naar een niet meer gewenste rekening. Een handmatige controleproces zou volgens de Belastingdienst het snelle verwerkingsproces ernstig in gevaar brengen. Dit acht de Nationale ombudsman een te billijken standpunt. De Belastingdienst kan derhalve in redelijkheid in zijn standpunt worden gevolgd dat hij niet gehouden is het bedrag van de teruggaaf nogmaals uit te betalen. De Nationale ombudsman oordeelde dat de Belastingdienst niet handelde in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking. Hij achtte de klacht derhalve ongegrond.