Verzoeker diende op 19 november 2006 een verzoek in bij het Faunafonds om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de schade die grauwe ganzen aan zijn perceel wortels hadden aangericht. Bij besluit van 16 mei 2008 liet het Faunafonds verzoeker weten dat verzoeker in aanmerking kwam voor een tegemoetkoming in de schade van € 870,00. Verzoekers gemachtigde diende op 30 mei 2008 een bezwaarschrift in tegen deze beslissing. Op 26 oktober 2009 nam het Faunafonds een beslissing op bezwaar.
Verzoekers gemachtigde klaagt over de lange behandelingsduur door het Faunafonds van het bezwaarschrift dat hij namens zijn cliënt had ingediend. Verder klaagt verzoekers gemachtigde over de wijze waarop het Faunafonds bij brief van 21 januari 2010 zijn klacht heeft afgehandeld.
Uit onderzoek is gebleken dat het Faunafonds bijna zeventien maanden later een beslissing op het bezwaarschrift nam. Zoals het bestuur van het Faunafonds ook erkent, heeft de afhandeling van het bezwaarschrift van 30 mei 2008 veel te lang geduurd.
Het Faunafonds heeft de klacht van verzoekers gemachtigde over het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar kennelijk niet ontvankelijk verklaard op basis van zijn klachtenregeling. Daarin was bepaald dat geen klacht in de zin van deze regeling was:
''een klacht over een besluit of gedraging waartegen een bezwaar- of beroepsmogelijkheid c.q. een andere rechtsgang openstaat of heeft gestaan''.
De Nationale ombudsman oordeelt dat het Faunafonds zich ten onrechte op dit standpunt heeft gesteld. Dat standpunt is namelijk niet in overeenstemming met de bedoeling van artikel 9:8, lid 1 sub c en d van de Algemene wet bestuursrecht. Uitdrukkelijk is daarin aangegeven dat een klacht dient te worden behandeld over het niet tijdig nemen van een besluit. Met instemming is er kennis van genomen dat het Faunafonds zijn klachtenregeling op dit punt zal aanpassen.
Het vereiste van voortvarendheid - gegrond
Het beginsel van fair play - gegrond