2010/258

Rapport

De zoon van verzoekers overleed plotseling, enkele dagen nadat hij vaccinaties had gehad volgens het rijksvaccinatieprogramma. Verzoekers zijn er van overtuigd dat er een verband bestaat tussen de vaccinaties en de dood van hun zoon. Zij klagen erover dat het RIVM aan hen geen volledige voorlichting heeft verstrekt over mogelijke en gemelde (ernstige) complicaties die kunnen optreden na een vaccinatie in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), onvoldoende onafhankelijk onderzoek heeft verricht naar een eventueel verband tussen de vaccinatie en het overlijden van hun zoon na de melding van zijn overlijden en geen toestemming heeft verleend om weefsel ter beschikking te stellen dat nodig is om een second opinion te laten verrichten naar de doodsoorzaak van hun zoon.

Het in één hand zijn van de uitvoering en de promotie van het vaccinatiebeleid en het onderzoek naar mogelijke bijwerkingen bij het RIVM roept de schijn van partijdigheid op. Dat is in strijd met het verbod op vooringenomenheid.

De voorlichting over mogelijke bijwerkingen van vaccinaties was wel voldoende, nu in de folder de meest voorkomende bijwerkingen staan en de bijsluiter op verschillende wijzen te vinden was.

De minister van VWS wordt aanbevolen om er zorg voor te dragen dat er alsnog een onafhankelijk onderzoek wordt uitgevoerd naar het verband tussen de vaccinatie en het overlijden van Freek.

De Nationale ombudsman heeft er met instemming kennis van genomen dat VWS de bijwerkingenregistratie en het onderzoek naar bijwerkingen per 1 januari 2011 zal onderbrengen bij een andere instantie dan het RIVM.

De klacht over het niet ter beschikking stellen van weefsel werd niet gegrond geacht.

Instantie: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Klacht:

Onvoldoende onafhankelijk onderzoek verricht naar eventueel verband tussen de vaccinatie en overlijden van verzoekers zoon na melding van overlijden.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Klacht:

Geen volledige voorlichting verstrekt over mogelijke en gemelde complicaties die kunnen optreden na vaccinatie in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP); geen toestemming verleend om weefsel ter beschikking te stellen dat nodig was om second opinion te laten verrichten naar doodsoorzaak.

Oordeel:

Niet gegrond