Feiten & klacht
Omdat uit de GBA bleek dat verzoekers dochter op 19 december 2009 veertien jaar zou worden, stuurde de gemeente Hilversum haar op 2 oktober 2009 een brief. Daarin liet de gemeente ondubbelzinnig weten dat verzoekers dochter vanaf 24 oktober 2009 en gedurende het jaar dat zij veertien jaar zou zijn in aanmerking kon komen voor een gratis Nederlandse identiteitskaart. Toen verzoeker op 31 maart 2010 samen met zijn dochter bij de balie van de afdeling publiekszaken van de gemeente Hilversum stond, kreeg hij te horen dat het in verband met een wetswijziging per 1 januari 2010 niet meer mogelijk was om een gratis Nederlandse identiteitskaart te krijgen. Verzoeker klaagde over deze weigering.
Schending vereiste
De Nationale ombudsman is van oordeel dat het college van B&W het vereiste van rechtszekerheid schond door in dit geval te weigeren een gratis Nederlandse identiteitskaart te verstrekken aan verzoekers dochter. Daartoe achtte hij van belang dat de gemeente verzoekers dochter in de brief van 2 oktober 2009 ondubbelzinnig en persoonlijk liet weten dat zij gedurende het jaar dat zij veertien jaar zou zijn in aanmerking kon komen voor een gratis Nederlandse identiteitskaart. Niet was gebleken dat de gemeente verzoekers dochter in de brief van 2 oktober 2009 of nadien op andere gepaste wijze vóór 1 januari 2010 had bericht dat de gratis vertrekking van de Nederlandse identiteitskaart aan veertienjarigen per die datum zou worden afgeschaft. Bij verzoeker en zijn dochter was dan ook de gerechtvaardigde verwachting gewekt dat verzoekers dochter gedurende het jaar dat zij veertien jaar zou zijn in aanmerking kon komen voor een gratis Nederlandse identiteitskaart.
Aanbeveling
De Nationale ombudsman gaf het college van B&W in overweging om alsnog de kosten van de identiteitskaart aan verzoekers dochter te vergoeden.
