Verzoeker is eigenaar van een bedrijf. Eind 2007 is zijn bedrijf verhuisd. Toen de factuur voor de jaarlijkse bijdrage van de KvK bij hen onbestelbaar retour kwam, heeft de KvK een adreswijzigingformulier naar verzoeker gezonden. Zonder het vereiste bewijs van de verhuizing heeft verzoeker het adreswijzigingformulier ingevuld en teruggezonden naar de KvK. Omdat het bewijs ontbrak heeft de KvK het formulier weer retour naar verzoeker gezonden met het verzoek om bewijs bij de te voegen. Omdat reactie van verzoeker uit bleef heeft de KvK verscheidene herinneringen naar verzoeker gezonden. In november 2009 heeft verzoeker aangegeven bij de KvK dat hij niet over bewijs kan beschikken. De KvK heeft als reactie hierop het adreswijzigingformulier retour gezonden en daarbij wederom aangegeven dat er bewijs bijgevoegd moet worden. Over deze gang van zaken heeft verzoeker op 9 februari 2010 bij de KvK geklaagd. In reactie hierop heeft de KvK contact opgenomen met de eigenaar van het pand, die verzoeker heeft geweigerd om te verklaren dat verzoeker ruimte bij hem huurde. De eigenaar van het pand was toen wel bereid om te verklaren dat verzoeker ene ruimte in zijn pand huurt. Zodoende is begin 2010 het adres van het bedrijf van verzoeker in het handelsregister gewijzigd.
Verzoeker klaagt erover dat de KvK zijn adresgegevens niet tijdig heeft gewijzigd ondanks dat hij in een periode van twee jaar meerdere malen daarover contact met de KvK heeft gehad. Daarnaast klaagt verzoeker erover dat de KvK hem niet heeft gehoord gedurende de interne klachtprocedure.
De Nationale ombudsman overweegt dat het de KvK niet kan worden aangerekend dat het bedrijf van verzoeker van eind 2007 tot begin 2010 onjuist in het handelsregister stond vermeld. De KvK heeft op dit punt behoorlijk gehandeld. Het tweede klachtonderdeel is wel gegrond omdat verzoeker niet is gehoord in de klachtprocedure en de KvK geen valide reden heeft, waarom verzoeker niet is gehoord.
Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan slagvaardig en met voldoende snelheid moet optreden. De Nationale ombudsman acht dit eerste klachtonderdeel ongegrond. Het vereiste van hoor en wederhoor houdt in dat een bestuursorgaan de betrokkenen in staat stelt te worden gehoord naar aanleiding van een klacht. De Nationale ombudsman acht dit tweede klachtonderdeel gegrond.