De door verzoekers intermediair ingediende klacht zou volgens de ontvangstbevestiging van de Intergemeentelijke sociale dienst Midden-Langstraat (ISD-ML) binnen zes weken worden afgehandeld. Indien dat niet zou lukken zou die termijn met vier weken worden verdaagd. Van een verdagingsbericht is in dit geval niet gebleken en het bestuur van de ISD-ML handelde de klacht pas vier maanden na het verstrijken van de wettelijke termijn af. Een enkele maanden eerder ingediende klacht was ook al niet binnen de wettelijke termijn voor behandeling van klachten afgehandeld.
De Nationale ombudsman overwoog, dat verzoekers intermediair weliswaar excuses zijn aangeboden, maar dat dit aan de termijnoverschrijding niet kon afdoen. Ook was het passend geweest als de ISD-ML zelf verzoekers intermediair had geïnformeerd over de oorzaken van de vertraging - de hoge werkdruk en een tijdelijke onderbezetting van de behandelende afdeling - en dit niet pas in het kader van het onderzoek van de Nationale ombudsman was gebeurd.
De Nationale ombudsman oordeelde de klacht gegrond wegens strijd met het vereiste van voortvarendheid.