Verzoeker is eigenaar van een tankstation langs de snelweg A8 (nabij zaandam). Rijkswaterstaat had het voornemen om de weg te verbreden en een geluidswal aan te leggen. Deze geluidswal zou onder meer tussen de snelweg en het tankstation van verzoeker komen te liggen. Verzoeker heeft een zienswijze ingediend tegen deze geluidswal. In het definitieve besluit is de geluidswal ter hoogte van het tankstation komen te vervallen. Enkele jaren later heeft de minister van VROM een ontwerp-besluit gemaakt om op grond van milieuwetgeving alsnog een geluidswal te plaatsen tussen de snelweg en het tankstation van verzoeker. Rijkswaterstaat was verantwoordelijk voor het bestuurlijke traject alvorens een definitief besluit kon worden genomen. Rijkswaterstaat heeft het ontwerp-besluit op juridisch juiste wijze bekend gemaakt. Verzoeker was echter niet op de hoogte van dit nieuwe ontwerp-besluit. Hierdoor heeft hij geen zienswijze in kunnen dienen tegen het ontwerp-besluit en is het besluit definitief geworden.
Verzoeker klaagt erover dat hij niet op de hoogte is gesteld van het tweede ontwerp besluit waarin onder meer geregeld is dat er een geluidswal tussen de snelweg en zijn tankstation zal worden geplaatst. Daarnaast klaagt hij erover dat zijn zienswijzen ten onrechte niet als bezwaarschriften zijn aangemerkt.
Het ontwerp-besluit is weliswaar op juridisch juiste wijze bekend gemaakt maar Rijkswaterstaat had verzoeker ook persoonlijk op de hoogte dienen te stellen van het nieuwe ontwerp-besluit. Rijkswaterstaat wist immers, gelet op de in de eerdere procedure ingediende zienswijze, dat verzoeker liever geen geluidswal tussen de snelweg en zijn tankstation wilde.
Rijkswaterstaat heeft verzoeker zodoende onvoldoende actief en adequaat informatie verstrekt. Rijkswaterstaat heeft het beginsel van fair play niet geschonden door de in de eerdere procedure ingediende zienswijzen niet als bezwaarschriften aan te merken in de nieuwe procedure.