2010/063

Rapport

Verzoeker en zijn buurman leefden al lagere tijd met elkaar in onmin. Verzoekers buurman meldde 's nachts om 4.40 uur aan de politie dat er rond 4.30 uur een steen door de ruit van zijn woonkamer was gegooid. De buurman lag op dat moment op de bank in de woonkamer te slapen. De politie kwam ter plaatse en nam de aangifte van de buurman op. Om 5.42 uur hield de politie verzoeker aan als verdachte van het gooien van de steen.

Verzoeker klaagde erover dat de politie hem als verdachte heeft aangemerkt.

Verzoeker was als verdachte aangemerkt op basis van de aangifte van de buurman, het feit dat er sprake was van een langslepend burenconflict, dat de politie ter plaatse een gat in de ruit en een stuk van een stoeptegel heeft aangetroffen en dat de politie licht heeft zien branden in verzoekers woning toen zij ter plaatse kwam. Deze feiten en omstandigheden leveren samen objectief gezien een redelijk vermoeden van schuld op. De politie mocht verzoeker als verdachte aanmerken.

Het redelijkheidsvereiste is niet geschonden.

Verzoeker klaagde er ook over dat hij 's nachts door de politie is aangehouden. Deze klacht is eveneens niet gegrond.

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Verdacht van ingooien ruit van verzoekers buurman; aangehouden in plaats van uitgenodigd voor verhoor.

Oordeel:

Niet gegrond