Er loopt een strafzaak tegen verzoeker en de media hebben veel belangstelling voor die zaak. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft uitlatingen over deze strafzaak gedaan in persberichten en een interview.
De raadslieden van verzoeker hadden tijdens de regiezitting de verdediging in de strafzaak neergelegd. Naar aanleiding daarvan had het OM een persbericht uitgebracht. Verzoeker klaagde erover dat in dit persbericht was vermeld dat het OM het neerleggen van de verdediging zag als een zwaktebod van de verdediging waardoor onnodig vertraging in het onderzoek was geforceerd. De Nationale ombudsman overwoog dat het opnemen van deze zin in het persbericht niet nodig was om burgers te voorzien van informatie over de strafzaak. Verder overwoog hij dat deze bewoordingen in het persbericht niet zakelijk van aard waren. Door deze zin in het persbericht op te nemen, had het OM de kans op escalatie in de berichtgeving in de media vergroot, aldus de Nationale ombudsman. Hij was van oordeel dat het OM hiermee in strijd met het vereiste van professionaliteit had gehandeld en achtte de onderzochte gedraging in zoverre niet behoorlijk.
Verder klaagde verzoeker erover dat het OM bij het uitbrengen van twee persberichten niet tegelijkertijd een afschrift daarvan aan hem of zijn raadsman had gestuurd. De Nationale ombudsman oordeelde dat het OM het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking had geschonden door geen contact te zoeken met de raadsman van verzoeker voordat de persberichten werden uitgebracht. Hij achtte de onderzochte gedragingen niet behoorlijk.
Overig klachtonderdeel:
- uitlatingen tijdens interview.