Om zes uur 's morgens kwamen vier politieambtenaren bij verzoekers thuis om hun dertienjarige autistische zoon aan te houden omdat hij zich niet had gemeld bij het politiebureau.
Verzoeker wilde zijn zoon niet meegeven en werd aangehouden. Hij werd geboeid en twee keer met pepperspray gesprayed. Verzoekers echtgenote en twee dochters bemoeiden zich met de aanhouding. Acht politieambtenaren hielden het hele gezin aan en namen hen mee naar het politiebureau. Verzoeker, zijn echtgenote en een dochter werden om 15.00 uur vrijgelaten, een dochter om ongeveer 17.00 uur en de dertienjarige jongen om 17.45 uur.
De rechter heeft het politie optreden bij verzoekers thuis afgekeurd.
Verzoeker klaagde in de eerster plaats over het geweldgebruik bij de aanhouding.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat deze klacht gegrond s. Het grondrecht lichamelijke integriteit wasonvoldoende gerespecteerd. Verzoeker was niet de keus gegeven om vrijwillig mee te gaan, zonder dat hij werd geboeid, en ook was buitensporig pepperspray gebruikt.
Verzoeker klaagde er ook over dat hem niet direct ter plaatse nazorg is verleend na het gebruik van pepperspray.
De Nationale ombudsman oordeelde dat ook deze klacht gegrond is. Aan een van de betrokken ambtenaren was wel meteen ter plaatse nazorg verleend, maar niet aan verzoeker. Hiermee was gehandeld in strijd met het vereiste van bijzondere zorg.
Verdere klachten waren dat de politie geen arts had gebeld, terwijl verzoeker wel last had van de pepperspray Deze klacht was ongegrond. De verwondingen waren niet zodanig ernstig dat hiervoor een arts moest worden gewaarschuwd. Wel had de politie aandacht moeten hebben voor verzoekers fysieke toestand. Ook de klachten dat de woning onbeheerd was achtergelaten en dat verzoekster op het politiebureau geen drinken had gekregen waren ongegrond.
De Nationale ombudsman heeft de aanbeveling gedaan om aan de korpsbeheerder om met verzoekers in overleg te treden over een passend gebaar ter compensatie van het door hen ondervonden nadeel.