Verzoeker heeft een overlijdensbiljet voor een overleden cliënt ingevuld en in een antwoordenveloppe van de Belastingdienst verzonden. Na ruim een jaar ontvangen de erven een aanmaning tot het doen van aangifte waarbij vermeld wordt dat een boete kan worden opgelegd.
Verzoeker klaagt over de wijze waarop de Belastingdienst zich vervolgens opstelt en meer in het bijzonder over het feit dat hij opnieuw aangifte moet doen terwijl de gegevens van de kopie van de aangifte door medewerkers van de Belastingdienst in het computersysteem ingevoerd kunnen worden. Het opnieuw aangifte doen brengt kosten mee. Ook vindt verzoeker dat de vermelding van de boete niet op zijn plaats is. De Belastingdienst is van mening dat een aangifte aan formele vereisten moet voldoen en dat een kopie van een aangifte daaraan niet voldoet.
Ter gelegenheid van het onderzoek bleek dat de Belastingdienst - anders dan het formele standpunt aanvankelijk luidde - in de praktijk in bepaalde gevallen wel een kopie van de aangifte accepteert. Daarom kwam de Belastingdienst op zijn formele standpunt terug. Aan verzoeker werden excuses aangeboden.
De Nationale ombudsman onderschrijft in zijn rapport het belang van het naleven van formele vereisten maar is ook van mening dat in dit geval de belangen van de Belastingdienst niet zwaarder hadden mogen wegen dan de belangen van verzoeker.
De Nationale ombudsman achtte de klacht gegrond wegens schending van het redelijkheidsvereiste. De Nationale ombudsman heeft dan ook met instemming kennis genomen van de beslissing van de Belastingdienst om verzoeker tegemoet te komen in de gemaakte kosten.