Verzoekster ontving van de gemeente een uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand. De sociale recherche van de gemeente verrichtte een fraudeonderzoek naar verzoekster in relatie tot haar uitkering en nodigde verzoekster telefonisch uit voor een verhoor. Toen verzoekster ten kantore verscheen, had zij haar zeven maanden oude baby bij zich. Zij gaf aan haar baby zelf te voeden. Vervolgens werd het verhoor afgenomen door twee mannelijke sociaal rechercheurs en nam drie uur in beslag. Tijdens het verhoor werd de baby hongerig en had verzoekster aangegeven dat zij haar baby wenste te voeden. De sociaal rechercheurs zeiden verzoekster hier geen problemen mee te hebben. Vervolgens voedde verzoekster haar baby in hun aanwezigheid. Het verhoor werd hier niet voor onderbroken. Nadien diende verzoekster een klacht in bij de gemeente. Haar klacht werd ongegrond verklaard ondanks de mededeling van het college dat het niet wenselijk was geweest dat het voeden niet elders had plaatsgevonden en het verhoor hiervoor niet was onderbroken. De Nationale ombudsman oordeelde dat de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer was geschonden door verzoekster niet de rust, privacy en de tijd te gunnen haar kind te voeden. Het is aannemelijk dat verzoekster zich gegeneerd heeft gevoeld. Het is de sociaal rechercheurs kwalijk te nemen dat zij geen betere omstandigheden hebben gecreëerd vooraf gaande aan het verhoor, dan wel op het moment dat zij geconfronteerd werden met de baby die gevoed moest worden.
Verzoekster klaagt erover dat twee sociaal rechercheurs van de gemeente Nijmegen haar hebben verhoord in aanwezigheid van haar zeven maanden oude baby en het verhoor niet hebben onderbroken voor het geven van borstvoeding, en het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen haar klacht hierover niet gedeeltelijk gegrond heeft verklaard, hoewel is erkend dat de aanwezigheid van de baby niet wenselijk was en de sociaal rechercheurs het verhoor hadden moeten onderbreken voor het geven van borstvoeding.
Niet onderbreken van het verdachtenverhoor voor het geven van borstvoeding.
Het is een vereiste van behoorlijk overheidsoptreden dat grondrechten worden gerespecteerd. Het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer is neergelegd in verdragen en de Grondwet.
