2009/176

Rapport

Verzoekster liep vanaf begin maart 2007 stage als uitzendkracht in het kader van een re-integratieproject bij het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost. Na zes weken solliciteerde verzoekster intern op een functie, maar werd afgewezen. De reden hiervoor was dat het betrouwbaarheidsonderzoek dat in het kader van haar stageplek was uitgevoerd, voor verzoekster negatief was uitgevallen. De uitkomst van dit onderzoek was met name gebaseerd op de verhouding tussen verzoekster en haar ex-partner, tevens de vader van haar twee kinderen.

Verzoekster was het niet eens met de resultaten van het betrouwbaarheidsonderzoek en het feit dat zij hierdoor niet in aanmerking kwam voor een vaste functie binnen het politiekorps en diende hierover een klacht in bij de korpsbeheerder. De korpsbeheerder nam de klacht van verzoekster echter niet in behandeling nu verzoekster volgens de korpsbeheerder bezwaar kon instellen tegen de afwijzing op haar sollicitatie.

Ten aanzien van haar klacht over de negatieve uitkomst van het betrouwbaarheidsonderzoek achtte de Nationale ombudsman het niet onbegrijpelijk dat de korpsbeheerder de relatie tussen verzoekster en haar ex-partner centraal stelde. Het werken bij de politie brengt immers met zich dat er toegang wordt verkregen tot vertrouwelijk informatie, waarbij het van belang is om te kijken of een medewerker hier integer mee kan omgaan. Dat er daarbij wordt bekeken of er mensen in zijn of haar omgeving zijn die belang hebben bij dergelijke informatie en die de medewerker mogelijk onder druk kan zetten om vertrouwelijke informatie prijs te geven is aangewezen. Gelet op de relatie tussen verzoekster en ex-vriend, waarmee zij thans - begrijpelijkerwijs vanwege haar kinderen - nog contact heeft is de Nationale ombudsman van oordeel dat de korpsbeheerder in alle redelijkheid tot het negatieve advies kon komen en verzoekster kon afwijzen voor een functie in vaste dienst.

Redelijkheidsvereiste, behoorlijk.

Overige klacht:

Het niet behandelen van klacht, niet behoorlijk, in strijd met vereiste van fair play.

Instantie: Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Klacht:

Klacht niet in behandeling genomen.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Klacht:

Beslist dat verzoekster in aansluiting op stageperiode niet in aanmerking kwam voor vaste functie bij het korps, hoewel stagebeoordeling zonder meer positief was.

Oordeel:

Niet gegrond