Verzoekers werknemer vroeg bij het UWV een deskundigenoordeel aan over zijn arbeids(on)geschiktheid voor eigen werk per 1 oktober 2006 en een oordeel over de re-integratie-inspanningen van verzoeker.
Verzoeker klaagde erover dat de deskundigenoordelen van zowel de verzekeringsarts als de arbeidsdeskundige niet op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen.
De verzekeringsarts concludeerde dat de werknemer per 1 oktober 2006 volledig arbeidsgeschikt was. De arbeidsdeskundige oordeelde dat verzoeker onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht. Na onderzoek concludeerde de Nationale ombudsman dat de verzekeringsarts bij het bepalen van zijn deskundigenoordeel te weinig informatie had ingewonnen om in alle redelijkheid tot een zorgvuldig deskundigenoordeel te kunnen komen. Hij had zich slechts gebaseerd op één document van de bedrijfsarts, het verhaal van de werknemer en zijn eigen onderzoek. Hij had de bedrijfsarts zelf niet benaderd noch informatie ingewonnen bij verzoeker, terwijl er wel signalen waren op basis waarvan de verzekeringsarts had moeten concluderen dat hij meer informatie nodig had. In het document van de bedrijfsarts stond dat de werknemer nog een intakegesprek had bij een medisch centrum en dat vervolgbeleid hierna nog moest worden vastgesteld. Bovendien was er inmiddels sprake van een arbeidsconflict en de werknemer zou een belang kunnen hebben bij oordeel over arbeidsgeschikt per 1 oktober 2006 in verband met zijn einde wachttijd voor de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Voor wat betreft het deskundigenoordeel van de arbeidsdeskundige concludeerde de Nationale ombudsman dat de arbeidsdeskundige alle voorhanden zijnde informatie had ingewonnen en alle betrokken partijen had gesproken alvorens een oordeel af te geven.
De verzekeringsarts van het UWV had in strijd met het redelijkheidsvereiste gehandeld. Het deskundigenoordeel van de arbeidsdeskundige was wel op zorgvuldige wijze tot stand gekomen.