Tijdens het rijden op een snelweg werd de auto van verzoekers dochter beschadigd door een onbekend gebleven voorwerp dat vanaf de tegengestelde rijrichting over de middenberm zou zijn gevlogen. Na even verderop te zijn gestopt heeft zij met haar mobiele telefoon via 0900-8844 de politie gebeld. Zij zou toen te horen hebben gekregen dat de politie voor dit soort gevallen niet ter plaatse komt. Ook verzoekers zoon zou dit even later tijdens een tweede telefooncontact te horen hebben gekregen. Daarna bleek ook het doen van aangifte niet mogelijk omdat niet was gebleken van een strafbaar feit. De korpsbeheerder wees de door verzoeker hierover ingediende klacht af op basis van het feit dat het onderhavige voorval niet paste binnen het regionale prioriteitenstelling.
Verzoeker klaagt er over dat de politie (MW Brabant) onvoldoende aandacht heeft besteed aan de melding van het voorval.
De Nationale ombudsman acht niet onjuist dat op basis van het prioriteitenstelling de politie niet ter plaatse is gegaan. Niet juist was echter dat niet duidelijk werd aangegeven dat de dochter van verzoeker met de beschadigde auto naar het bureau kon komen en dat de politie dan na het beoordelen van de schade mogelijk alsnog een opsporingsonderzoek zou kunnen instellen.
Ook is niet juist dat de politie geen proces-verbaal heeft opgemaakt van de schade. Immers alleen met een proces-verbaal zou verzoekers dochter succesvol beroep kunnen doen op schadevergoeding door het Waarborgfonds Motorverkeer. (Aanbeveling)
Redelijkheidsvereiste. Klacht over niet ter plaatse gaan van de politie is niet gegrond.
Aanbeveling aan MW Brabant om net als andere korpsen een eenvoudige aangifte op te nemen ten behoeve van het Waarborgfonds Motorverkeer (een zgn stempelaangifte)