Verzoekster had bij de Dienst Justis van het Ministerie van Justitie een verzoek tot wijziging van de achternaam van haar beide dochters ingediend. De Dienst Justis deelde aan verzoekster mee dat haar verzoek zou worden ingewilligd. Tien dagen na het verstrijken van de bezwaartermijn diende de ex-echtgenoot van verzoekster een bezwaarschrift in tegen deze beslissing. Verzoekster nam een advocaat in de arm om haar bij te staan in de bezwaarprocedure. Een half jaar later kwam verzoekster er tijdens het aanvragen van reisdocumenten voor haar beide dochters op het gemeentehuis bij toeval achter dat de achternaam van haar kinderen, al voor de datum waarop ze een advocaat inschakelde, was gewijzigd. Verzoekster was hier nooit over geïnformeerd. Verzoekster diende een klacht in omdat ze, nu de Dienst Justis haar niet al in een vroeg stadium had geïnformeerd over de positieve beslissing op haar verzoek om wijziging van de achternaam van haar kinderen, achteraf bezien onnodig kosten voor rechtsbijstand had gemaakt.
De Nationale ombudsman oordeelde dat indien verzoekster in een vroeg stadium zou zijn geïnformeerd over het voor haar positieve onherroepelijke Koninklijke Besluit, zij geen onnodige kosten voor rechtsbijstand had hoeven maken. Het ministerie van Justitie had hiermee gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking. De Nationale ombudsman achtte de gedraging daarom niet behoorlijk.
Met instemming heeft de Nationale ombudsman ervan kennisgenomen dat de minister van Justitie bereid is de kosten die verzoeker redelijkerwijs heeft gemaakt te vergoeden.
