2009/073

Rapport

Verzoekster had toestemming van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) gekregen om tegen finale kwijting een vordering netto binnen het kalenderjaar terug te betalen. Bijna een jaar nadat zij dit had gedaan, vorderde het UWV alsnog een bruto bedrag van haar terug. Onder protest betaalde zij deze bruto vordering aan het UWV terug.

Verzoekster klaagde er over dat het UWV onduidelijke en tegenstrijdige informatie verstrekt had over de terugvordering van teveel betaalde WAO-uitkering en toezeggingen niet nakwam.

De Nationale ombudsman constateerde dat het UWV de met verzoekster gemaakte afspraken niet goed geregistreerd had. De terugbetaling van verzoekster werd daardoor binnen het UWV niet herkend als de overeengekomen netto betaling. De Nationale ombudsman overwoog dat het UWV niet alsnog een bruto bedrag van verzoekster had mogen terugvorderen. Zij mocht er op vertrouwen dat met haar netto betaling de vordering van het UWV voldaan was.

De Nationale ombudsman oordeelde dat het UWV het vereiste van rechtszekerheid had geschonden door de toezegging niet na te komen dat netto terug betaald mocht worden.

De Nationale ombudsman gaf het UWV in overweging om het door verzoekster onder protest terugbetaalde bruto bedrag aan haar terug te betalen en medewerkers te wijzen op het belang van vastleggen van gemaakte afspraken.

Instantie: UWV Amsterdam

Klacht:

Onduidelijke en tegenstrijdige informatie verstrekt over terugvordering van teveel betaalde WAO-uitkering en toezegging over wijze van terugbetaling niet nagekomen.

Oordeel:

Gegrond