2009/063

Rapport

Verzoekster, directeur van Stichting B., had een verschil van mening met één van haar werkneemsters over de vraag of zij in staat kon worden geacht werkzaamheden te verrichten. Op 3 oktober 2008 vond een telefoongesprek plaats tussen verzoekster en werkneemster, mevrouw C. Ook de heer V., partner van werkneemster, sprak toen met verzoekster.

Na dit gesprek diende verzoekster een klacht in bij het UWV. In haar brief aan het UWV gaf zij aan dat de heer V. zich tegenover haar bekend had gemaakt als vertegenwoordiger/woordvoerder van mevrouw C. Hij had daarbij wel aangegeven dat hij arbeidsdeskundige was maar niet dat hij bij het UWV werkzaam was.

Bij de Nationale ombudsman klaagde verzoekster er onder meer over dat het UWV volhardde in zijn stelling dat de heer V. zich niet inhoudelijk met de kwestie had bemoeid maar slechts optrad als contactpersoon.

De Nationale ombudsman stelde vast dat het belang van de rol die de heer V. had vervuld door het UWV werd verbonden aan bepalingen uit de CAO van het UWV. Deze bepalingen hebben betrekking op het uitvoeren van werkzaamheden als zelfstandige of voor derden. Blijkbaar had het UWV vooral willen betogen dat de heer V. niet had gehandeld op een wijze die in strijd was met de CAO. De heer V. was de partner van de zieke werkneemster, mevrouw C. Welke naam partijen ook gaven aan de rol die de heer V. had vervuld, naar de mening van de Nationale ombudsman moest voorop worden gesteld dat hij zijn partner steunde bij haar contacten met de werkgeefster. De Nationale ombudsman achtte het niet waarschijnlijk dat bedoelde bepalingen uit de CAO mede zien op deze situatie. Bij de contacten die de heer V. met verzoekster had, had hij gebruik gemaakt van de kennis die hij als arbeidsdeskundige had; dat is nu eenmaal onvermijdelijk. Niet was echter gebleken dat hij zich in de kwestie had gemengd op een wijze die niet passend is voor een arbeidsdeskundige die bij het UWV werkzaam is.

De gedraging is behoorlijk. Vereiste van professionaliteit.

Verder klaagde verzoekster erover dat het UWV blijkbaar voorbijging aan de betekenis van het gegeven dat de heer X zich niet bekend maakte als werknemer van het UWV.

Ook klaagde zij erover dat het UWV, blijkens zijn reactie op haar klacht, geheel uitging van de juistheid van hetgeen de heer V. had gesteld.

Instantie: UWV Amsterdam

Klacht:

Geheel uitgegaan van de juistheid van hetgeen een UWV-medewerker heeft gesteld; voorbijgegaan aan de betekenis van het gegeven dat hij zich niet bekend maakte als UWV-medewerker.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: UWV Amsterdam

Klacht:

Volhard in de stelling dat de medewerker zich niet inhoudelijk met de kwestie heeft bemoeid, maar slechts optrad als contactpersoon.

Oordeel:

Niet gegrond