2009/060

Rapport

Verzoeker werd op oudejaarsdag 2006 met zijn broer door de politie van het regionale politiekorps Midden en West Brabant staande gehouden. Zijn broer haalde vervolgens zogenaamde wurgstokjes tevoorschijn waarop hij door een politieagent met pepperspray werd bespoten. Op het moment dat verzoeker vervolgens naar zijn jas greep werd ook tegen hem pepperspray gebruikt, waarna hij naar de grond werd gewerkt en werd geboeid.

Verzoeker klaagt erover dat een ambtenaar van het politiekorps Midden en West Brabant tot vijfmaal pepperspray tegen hem heeft gebruikt en hem met een vuist in zijn gezicht heeft geslagen terwijl hij reeds geboeid was, hetgeen door de betrokken politieambtenaar werd ontkend.

De Nationale ombudsman stelde vast ten aanzien van het gebruik van pepperspray vast dat de lezingen van verzoeker en de verbalisanten tegenover elkaar staan. In dit geval was de Nationale ombudsman van oordeel dat meer waarde diende te worden toegekend aan de verklaring van de betrokken politieambtenaren omdat verzoeker zich wisselend had uitgelaten over het aantal keer dat door de politieambtenaren zou zijn gespoten en over het moment waarop hij ervan op de hoogte was dat zijn broer wurgstokjes bij zich had, terwijl de betrokken politieambtenaren constistent hadden verklaard over hun gebruik van pepperspray. Hun lezing komt ook overeen met het proces-verbaal van bevindingen en de geweldsrapportage die zeer kort na het incident zijn opgemaakt, op een moment dat er door verzoeker nog geen klacht over het politieoptreden was ingediend. De Nationale ombudsman gaat er derhalve vanuit dat jegens verzoeker geen vijf keer, maar eenmaal, mogelijk gevolgd door een tweede maal, pepperspray is gebruikt. Daarmee heeft de politie geen buitenproportioneel geweld toegepast en ook niet gehandeld in strijd met verzoekers recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.

Ten aanzien van het fysieke geweld: geen oordeel wegens tegenover elkaar staan van lezingen terwijl zich geen omstandigheden voordoen op grond waarvan aan de ene lezing meer betekenis moet worden toegekend dan aan de andere lezing.

Instantie: Regiopolitie Midden- en West-Brabant

Klacht:

Tot vijfmaal toe pepperspray gebruikt bij aanhouding.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Midden- en West-Brabant

Klacht:

Met een vuist in het gezicht geslagen terwijl verzoeker reeds geboeid was.

Oordeel:

Geen oordeel