2008/251

Rapport

Verzoeker werd op 11 mei 2006 door de politierechter veroordeeld voor het rijden onder invloed tot onder meer een rijontzegging voor de duur van vijftien maanden. Nu zijn rijbewijs al op 16 november 2005 was ingevorderd zou de rijontzegging op 17 februari 2007 eindigen. Inmiddels was het rijbewijs van verzoeker door het CBR ook ongeldig verklaard. Toen verzoeker opnieuw een rijbewijs wilde aanvragen in de zomer van 2007, kreeg hij te horen dat de rijontzegging pas in augustus 2008 zou eindigen. Verzoeker klaagde er dan ook over dat deze datum onjuist was. Daarnaast klaagde verzoeker er over dat hij door toedoen van het Openbaar Ministerie gedurende meer dan een jaar onterecht in het opsporingsregister had gestaan, waardoor hij op Schiphol werd staande gehouden.

Uit het onderzoek van de Nationale ombudsman kwam naar voren gekomen dat de invordering van het rijbewijs van verzoeker op bestuursrechtelijke grond was gebeurd, terwijl in het proces-verbaal stond vermeld dat de grond strafrechtelijk was. Dit was de oorzaak van de verwarring die was ontstaan over de datum waarop de aan verzoeker opgelegde rijontzegging afliep. De Nationale ombudsman is van oordeel dat, nu het proces-verbaal over de invorderingsgrond niet eenduidig was, het op de weg van het Openbaar Ministerie lag om contact op het nemen met het KLPD, zodat hierover opheldering kon worden verkregen. Door geen contact op te nemen met het KLPD over de invorderingsgrond van het rijbewijs van verzoeker, handelde het Openbaar Ministerie in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerking.

Daarnaast oordeelde de Nationale ombudsman dat verzoeker ten onrechte in het opsporingsregister was opgenomen, nu uit het onderzoek naar voren was gekomen dat de kennisgeving ingang ontzegging rijbevoegdheid op 5 juli 2006 aan verzoeker was betekend. Bij het Openbaar Ministerie was van deze kennisgeving echter geen akte van uitreiking bekend. De Nationale ombudsman kan niet anders concluderen dan dat deze akte van uitreiking is kwijtgeraakt, dan wel niet goed is geadministreerd, hetgeen voor rekening van het Openbaar Ministerie komt. De Nationale ombudsman acht deze handelwijze van het Openbaar Ministerie zeer onzorgvuldig, te meer nu deze omissie voor verzoeker vervelende gevolgen heeft gehad.

Het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving, niet behoorlijk

Het verieste van administratieve nauwkeurigheid, niet behoorlijk.

Andere klacht:

- non respons Openbaar Ministerie op brieven - niet behoorlijk, vereiste van administratieve nauwkeurigheid.

Instantie: Openbaar Ministerie te Utrecht

Klacht:

Van onjuiste datum uitgegaan waarop ontzegging van de rijbevoegdheid inging; meer dan een jaar onterecht geregistreerd gestaan in het opsporingsregister; niet gereageerd op brieven.

Oordeel:

Gegrond