Verzoeker, van Keniase nationaliteit, reed in zijn auto met zijn partner vanuit Duitsland naar Nederland. Vlak na de grensovergang bij Oldenzaal voerde de Koninklijke Marechaussee (KMar) controles uit op grond van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen. Ook verzoeker en zijn partner werden gevraagd hun identiteitspapieren te tonen. Verzoeker gaf de KMar zijn nationale Keniase paspoort en
de Duitse identiteitskaart van zijn partner. Na de controle, die buiten het gezichtsveld van verzoeker plaatsvond, gaf de KMar het paspoort dichtgevouwen terug aan verzoeker. Verzoeker vervolgde daarop zijn reis. Eenmaal weer op de snelweg bekeek zijn partner het paspoort nog eens
en zag een beschadiging aan de pagina met de persoonsgegevens. Daarop reed verzoeker, binnen een kwartier na de controle, naar de dichtst bijzijnde post van de KMar om zijn beklag te doen. Hij had eerder meegemaakt dat zijn paspoort bij controle was beschadigd.
De medewerkers die de controle hadden verricht werden opgeroepen door hun KMar collega's. Zij verklaarden dat zij de beschadiging niet hadden veroorzaakt. Verzoeker diende daarop een klacht in bij de KMar. De klachtencommissie adviseerde de Commandant van de KMar zich te onthouden van een oordeel over de klacht omdat de verklaringen van betrokken ambtenaren en die van verzoeker elkaar tegenspraken. Zij adviseerde wel uit coulance de kosten van een nieuw paspoort te vergoeden. De commandant onthield zich van een oordeel, maar weigerde de kosten te vergoeden.
Verzoeker klaagt erover dat medewerkers van de KMar zijn paspoort bij controle hebben beschadigd.
Ook klaagt hij erover dat de Commandant wel het oordeel van de klachtencommissie heeft overgenomen om zich te onthouden van een oordeel, maar niet het advies de kosten te vergoeden heeft opgevolgd.
De Nationale ombudsman oordeelde dat in dit geval de verklaringen van de medewerkers van KMar en verzoeker haaks op elkaar stonden, maar dat aan de verklaring van verzoeker en zijn partner meer waarde moest worden gehecht. Zo waren partijen het erover eens dat verzoeker geen enkel belang had zijn eigen paspoort te beschadigen. Integendeel als vreemdeling is hij zeer gebaat bij een paspoort dat intact is. Het moest er voor worden gehouden dat de beschadiging was veroorzaakt door de KMar tijdens de controle. Door dit niet toe te geven had de KMar gehandeld in strijd met het vereiste van professionaliteit.
De Nationale ombudsman gaf de minister van Defensie in overweging de kosten van verzoeker voor de aanvraag van een nieuw paspoort te vergoeden en indien nodig een verklaring af te leggen dat de Koninklijke Marechaussee de verantwoordelijkheid neemt voor het ontstaan van de schade aan het paspoort.