In het kader van haar re-integratie nam de betrokken medewerkster telefonisch contact op met verzoekster, die bijstandsgerechtigde was. Verzoekster gaf tijdens het telefoongesprek blijk van een grote boosheid, wat haar collega's van haar kamer konden getuigen, omdat de telefoon op de speaker stond.
Verzoekster klaagde erover dat een medewerkster van de gemeente zonder toestemming of vooraankondiging tijdens een telefoongesprek de telefoon op de speaker heeft gezet.
Onder het telefoongeheim viel ook de situatie dat iemand een telefoongesprek had gevoerd met het telefoonapparaat op de speaker en waarbij één van de gesprekspartners daarvan op de hoogte was of dit juist had bewerkstelligd. Verzoekster mocht ervan uitgaan dat zij alleen de betrokken medewerkster aan de lijn had en dat er geen anderen zouden meeluisteren. Niet was gebleken dat verzoekster de betrokken medewerkster heeft beledigd of bedreigd, dan wel ander ontoelaatbaar gedrag ten toon had gespreid, wat het onaangekondigd op de speaker zetten rechtvaardigde. Nu niet was komen vast te staan dat het op de speaker zetten van het telefoongesprek niet van tevoren was gemeld was het telefoongeheim geschonden.
Het telefoongeheim houdt voor bestuursorganen in dat zij, behalve in de bij de wet bepaalde gevallen, geen kennis nemen van de inhoud van telefoongesprekken.
