2008/194

Rapport

Op woensdagavond 21 juni 2006 vond er een schietpartij plaats in Delft. Verzoeker werd door verschillende getuigen aangewezen als verdachte. De politie vroeg aan de zoon van verzoeker om zijn vader te vragen naar het bureau te komen. Verzoeker weigerde dat, waarop -na toestemming te hebben verkregen van de hoofdofficier van justitie- een arrestatieteam verzoeker heeft aangehouden. Later bleek dat iemand anders dan verzoeker de schutter was geweest.

Verzoeker klaagde erover dat hij op 22 juni 2006 door een arrestatieteam is aangehouden en daarbij is geboeid en geblinddoekt. Ook klaagde verzoeker erover dat de hoofdofficier van justitie toestemming had gegeven voor de inzet van het arrestatieteam om verzoeker aan te houden.

De Nationale ombudsman oordeelde dat -gelet op de omstandigheden- de hoofdofficier van justitie toestemming had mogen geven voor de inzet van een arrestatieteam. Wel oordeelde de Nationale ombudsman dat het gebruik van een blinddoek door het arrestatieteam niet toegestaan was. Verzoekers klacht was op dit punt gegrond.

De Nationale ombudsman achtte het geven van toestemming door de hoofdofficier van justitie niet in strijd met het evenredigheidsvereiste. De onderzochte gedraging was op dit punt behoorlijk. De Nationale ombudsman achtte het blinddoeken van verzoeker in strijd met het recht van onaantastbaarheid van het lichaam. De onderzochte gedraging was op dit punt niet behoorlijk.

Overige klachten:

Het niet toekennen van een schadevergoeding door de beheerder van het regionale politiekorps Haaglanden.

Instantie: Regiopolitie IJsselland

Klacht:

Geboeid tijdens aanhouding.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Beheerder regiopolitie IJsselland

Klacht:

Niet inhoudelijk beslist op verzoek om schadevergoeding.

Oordeel:

Geen oordeel