Voorafgaand aan een voetbalwedstrijd van Ajax zou verzoeker in een Amsterdams café de zoon van een Brabantse politieambtenaar (V.) hebben mishandeld. Deze politieambtenaar heeft daarop aangifte willen doen bij enkele buiten het café geposteerde Amsterdamse collega's. Deze hebben hem daarop verwezen naar een nabijgelegen politiebureau. V. heeft er toen voor gekozen dat niet te doen. Later op de dag kwam V. verzoeker in het voetbalstadion opnieuw tegen. V. heeft toen een steward benaderd. Verzoeker is daarna na overleg met de officier van justitie aangehouden.
Verzoeker klaagt er over dat politieambtenaar V. misbruik heeft gemaakt van zijn status door in zijn vrije tijd zijn Amsterdams collega's te overreden aangifte tegen hem op te nemen.
Ook klaagt hij er over dat de politie te Amsterdam hem heeft aangehouden.
Verder klaagt verzoeker er over dat de officier van justitie te Amsterdam een bevel tot aanhouding heeft afgegeven.
Ad 1) Door in een privé-aangelegenheid zich naar derden (zijnde de Amsterdamse collega's bij het café in de binnenstad) te beroepen op de status van politiefunctionaris heeft V. in elk geval de schijn gewekt dat hij zijn positie heeft willen gebruiken om bij die derde zijn zin te krijgen. Dat is niet correct. V. is hierop overigens al door zijn leidinggevende aangesproken. Verzoeker is echter door deze handelwijze niet benadeeld. De politie heeft immers geen gevolg gegeven aan de wens van V.
Niet is gebleken dat V. later op de dag in het stadion zich tegenover de steward en de politie zich opnieuw op zijn status heeft beroepen.
Ofschoon op het optreden van V. tegenover zijn Amsterdamse collega's kritiek mogelijk is, betrof het hier steeds een optreden van V. als burger en kan geen van de besproken gedragingen aan de korpsbeheerder worden aangerekend. De klacht mist dan ook feitelijke grondslag.
Ad 2 en 3) Voorafgaand aan de aanhouding heeft de politie voor overleg contact opgenomen met een officier van justitie. Op basis van de haar verstrekte informatie heeft de officier van justitie daarop gebruik gemaakt van haar wettelijke bevoegdheid om aanhouding van verzoeker te gelasten. De klachten over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland en over de officier van justitie te Amsterdam zijn niet gegrond.