Bij rechterlijke beslissing was bepaald dat verzoeker aan zijn zoon alimentatie moest betalen.
Omdat er sprake was van een achterstand in de betaling, verzocht de zoon aan het LBIO om de inning over te nemen. Het LBIO nam de inning op enig moment over. Het LBIO legde beslag op verzoeker zijn salaris.
Verzoeker klaagde bij de Nationale ombudsman erover dat het LBIO tot het moment waarop hij zich tot de Nationale ombudsman wendde, steeds verschillende bedragen van zijn salaris had ingehouden.
De Nationale ombudsman oordeelde dat het LBIO van de inhouding van de verschillende bedragen verzoeker op de hoogte had moeten stellen. Voor verzoeker was het dan duidelijk geweest dat hij zijn uitgavenpatroon moest aanpassen. Het LBIO had verzoeker om die reden uit eigen beweging voldoende informatie moeten verschaffen over de onregelmatige inhoudingen.
De Nationale ombudsman toetste aan het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.
Voorts klaagde verzoeker erover dat het LBIO rekening diende te houden met de bewijsstukken ter zake van een bedrag dat hij in 2003 aan zijn zoon had betaald toen zijn zoon erom vroeg. Tot slot klaagde verzoeker over de in rekening gebrachte opslagkosten.