2008/110

Rapport

Verzoeker, die werkzaam was bij een bedrijf dat op stations onder meer verse fruitdranken verkoopt, stuurde werkgeefster een kritisch e-mailbericht over onder meer de bedrijfsvoering. Hierna vond tussen verzoeker en werkgeefster een gesprek plaats over zijn e-mailbericht. Na dit gesprek stuurde verzoeker zijn directe collega's een e-mailbericht met daarin zijn weergave van het gesprek met werkgeefster. In (onder meer) de inhoud van dit e-mailbericht zag werkgeefster aanleiding om voor verzoeker bij CWI een ontslagvergunning op grond van een ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsrelatie aan te vragen. Deze vergunning werd verleend door CWI.

Verzoeker klaagde er onder meer over dat CWI de motivering van haar beslissing deed steunen op een aantal gronden die rechtstreeks uit het verzoek van werkgeefster afkomstig leken te zijn of die geen steun vonden in hetgeen uit het ontslagdossier bleek.

De Nationale ombudsman stelde vast dat enkele in de motivering van de ontslagvergunning genoemde argumenten inderdaad woordelijk leken te zijn overgenomen uit het verzoek van werkgeefster. Met name de opmerking dat verzoeker een "ware lastercampagne tegen de werkgever was begonnen" sprong hierbij in het oog. Verder stelde hij vast dat CWI in de beslissing enkele bevindingen noemde die een onjuiste interpretatie leken te zijn van hetgeen tijdens de procedure was aangevoerd door partijen. Dat verzoeker zijn directe collega's, na het gesprek met werkgeefster, een e-mailbericht stuurde met een "negatieve en onjuiste weergave van het gesprek" kon CWI op basis van de beschikbare informatie niet vaststellen, maar zij presenteerde dit wel als vaststaand. Ook dat verzoeker, zoals CWI stelde, door de spoorwegpolitie van zijn werkplek was verwijderd kon op grond van de beschikbare stukken niet worden vastgesteld. Dat verzoeker collega's sms-berichten had gestuurd waarin hij werkgeefster uitmaakte voor "gestoorde fascist" was onjuist gebleken; dit was door werkgeefster ook niet gesteld.

Door zo te handelen heeft CWI de schijn van partijdigheid gewekt; in zoverre heeft zij gehandeld in strijd met het verbod van vooringenomenheid.

- CWI laat haar beslissing steunen op overwegingen waarin verzoeker zich niet kan vinden

- de aanvraag is beoordeeld op een onjuiste grond

- CWI heeft niet vastgesteld dat herstel van de dienstbetrekking niet mogelijk was, althans, dat is niet gebleken.

Instantie: Centrale organisatie werk en inkomen te Amersfoort

Klacht:

Ontslagvergunning wegens ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsrelatie verleend: motivering van de beslissing laten steunen op een aantal gronden die rechtstreeks of vrijwel rechtstreeks uit de ontslagaanvraag afkomstig zijn en geen steun vinden in hetgeen kan worden afgeleid uit het ontslagdossier; beslissing laten steunen op een aantal overwegingen waarin verzoeker zich niet kan vinden; de ontslagaanvraag beoordeeld op de grond 'ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsrelatie' terwijl uit de door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden afgeleid kon worden dat feitelijk 'verwijtbaar handelen' aan de ontslagaanvraag ten grondslag lag; niet vastgesteld dat herstel van de dienstbetrekking in redelijkheid niet mogelijk was .

Oordeel:

Gegrond