Verzoeker diende op 11 augustus 2007 een klacht in bij de hoofdofficier van het arrondissementsparket 's-Hertogenbosch over de wijze waarop een officier van het justitie en een parketsecretaris met haar aangiften zijn omgegaan. Verzoeker wendde zich op 6 oktober 2007 tot de Nationale ombudsman en klaagde erover dat de klachtafhandeling te lang op zich liet wachten. Na verschillende interventiepogingen bij het Parket-Generaal en bij het parket te 's-Hertogenbosch en toezeggingen was de klacht op 27 december 2007 nog niet afgehandeld en besloot de Nationale ombudsman een onderzoek naar de klachtafhandeling in te stellen. Op 15 februari 2008 is de klacht door de hoofdofficier uiteindelijk inhoudelijk afgehandeld.
De Nationale ombudsman constateerde dat de gehele klachtenprocedure ongeveer 28 weken heeft geduurd. Daardoor zijn de wettelijke termijn die gelden volgens de Awb voor de klachtafhandeling overschreden. De Nationale ombudsman is dan ook van oordeel dat de hoofdofficier in strijd met het vereiste van voortvarendheid heeft gehandeld. De onderzochte gedraging is niet behoorlijk.