Verzoeker werd op 13 februari 2007 gepresenteerd bij de diplomatieke vertegenwoordiging van Soedan. De Nationale ombudsman heeft over de presentatie van asielzoekers op 27 februari 2007 (2007/040) rapport uitgebracht en aanbevelingen gedaan.
Verzoeker klaagt erover dat de presentatie ten onrechte heeft plaatsgevonden.
De Nationale ombudsman oordeelt dat de DT&V kort van te voren wist dat de presentatie niet mocht doorgaan, en daarom de eigen medewerkers hierover had moeten berichten.
De DT&V heeft gehandeld in strijd met het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen.
Verzoeker klaagt er ook over dat hij onvoldoende is voorbereid op het gesprek met de ambassadeur Daardoor heeft hij vragen beantwoord over zijn familie, waarmee hij hen in gevaar heeft gebracht.
Vlak voor de presentatie hebben twee medewerksters van de DT&V verzoeker hierop voorbereid.
De Nationale ombudsman oordeelt dat deze mondelinge voorbereiding verzoeker (vanwege zijn psychische gesteldheid) onvoldoende is voorbereid, door dit mondeling te doen. Hierdoor is zeker mogelijk dat hij vragen heeft beantwoord over zijn asielverhaal en zijn familie. De DT&V vindt dat dit zijn eigen verantwoordelijkheid is. Hiermee wekt de DT&V de indruk dat verzoeker aan zijn lot is overgelaten. In strijd met de aanbeveling in rapport 2007/040 kon de DT&V het gesprek ook niet volgen.
De DT&V heeft gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking
Verzoeker klaagt er tot slot over dat geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden.
In het antwoord op de klachtbrief heeft de DT&V niet gezegd dat de presentatie niet had mogen plaatsvinden. Daarom had de DT&V de klacht niet ongegrond mogen verklaren, en zeker niet zonder verzoeker te horen.