2008/057

Rapport

Verzoeker, van Liberiaanse nationaliteit, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van zijn op 29 februari 2000 ingediende asielverzoek. Ook klaagt hij erover dat hij tussentijds niet voldoende is geïnformeerd over de stand van zaken.

Na de indiening van het asielverzoek werd verzoeker op 19 juni 2000 gehoord over zijn asielmotieven. Ruim twee jaar later liet de IND weten dat zijn zaak was voorgelegd aan de unit 1F omdat er aanwijzingen waren dat artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag van toepassing was, waardoor hij niet voor asiel in aanmerking kwam. Vijf maanden later liet de IND bij brief van 20 november 2002 verzoeker weten dat daadwerkelijk onderzoek door de 1F unit was gestart. Een jaar later, op 1 december 2003, liet de IND weten ook een taalanalyse nodig te achten. Wederom bleef het daarna stil. Ruim vijf jaar na de indiening van het asielverzoek diende verzoekers advocaat een klacht in over de lange duur van de behandeling en het uitblijven van informatie over de voortgang in de procedure. Deze klachten werden gegrond verklaard en verzoeker kreeg nader bericht over het resultaat van de taalanalyse. Daarna volgde er nog een onderzoek naar de authenticiteit van zijn documenten.

Na zeven jaar en vijf maanden ontving verzoeker uiteindelijk de (afwijzende) beschikking op zijn aanvraag.

De Nationale ombudsman verklaarde verzoekers klacht over de lange duur van de behandeling van zijn asielaanvraag gegrond wegens schending van het vereiste van voortvarendheid. Ook de klacht dat hij tussentijds onvoldoende was geïnformeerd werd gegrond verklaard wegens schending van het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.

De Nationale ombudsman merkte in het rapport op dat de behandeling van 1F zaken al eerder onderwerp van onderzoek was geweest in 2002 (rapport 2002/110) en dat er sindsdien regelmatig overleg was geweest tussen de IND en de Nationale ombudsman over de voortvarende behandeling van deze zaken. Deze en een soortgelijke zaak waren aanleiding opnieuw over dit onderwerp in overleg te treden.

Instantie: Immigratie- en Naturalisatiedienst

Klacht:

Lange duur van behandeling van ingediend asielverzoek; tussentijds niet voldoende geïnformeerd over behandeling van asielverzoek.

Oordeel:

Gegrond