2008/052

Rapport

Verzoekster huwde in 1987 met D. Uit dit huwelijk zijn drie, thans nog minderjarige, kinderen geboren.

Bij beschikking van 12 juli 2000 sprak de rechtbank de echtscheiding tussen partijen uit. In deze echtscheidingsbeschikking bepaalde de rechtbank tevens een maandelijks bedrag aan kinderalimentatie van in totaal € 152. Op enig moment in 2006 raakte D. in financiële problemen als gevolg waarvan er een achterstand ontstond in de betaling van de kinderalimentatie. Verzoekster verzocht het LBIO op 24 juli 2006 om overname van de inning.

Verzoekster klaagde erover dat het LBIO bij de beoordeling van haar verzoek uitging van een betalingsverplichting van € 152,02 per maand en niet van een bedrag van € 152,02 per maand per kind. In dat kader klaagde verzoekster er ook over dat het LBIO haar inningsverzoek niet in behandeling nam, maar haar adviseerde opnieuw een rechterlijke procedure te starten, terwijl uit het betalingsgedrag van D. volgde dat er tussen partijen overeenstemming bestond over de hoogte van de alimentatie.

De Nationale ombudsman was van oordeel dat het LBIO naliet om bij verzoekster en/of D. nadere (schriftelijke) informatie te vragen over de hoogte van het verschuldigde bedrag aan kinderalimentatie. Het LBIO grondde de afwijzende beslissing van het inningsverzoek louter op de beschikking van 12 juli 2000. Het LBIO liet na om onderzoek te doen naar alle relevante feiten en omstandigheden. Had het LBIO dit wel gedaan dan was duidelijk geworden dat partijen het erover eens waren dat D. vanaf de datum van de echtscheidingsbeschikking aan kinderalimentatie een bedrag van driemaal € 152 verschuldigd was. Voorts had het LBIO dan tot de conclusie kunnen komen dat het bedrag in de beschikking van 12 juli 2000 onjuist was en louter het gevolg was van een foutieve vordering.

De klacht was gegrond wegens strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving.

Verzoekster klaagde er verder over dat het LBIO voor de berekening van de indexering over het alimentatiebedrag niet de beschikking van 12 juli 2000 als uitgangspunt nam, maar een aanvullende beschikking hierop van 17 januari 2007, zodat de indexering volgens het LBIO pas per 1 januari 2008 ingaat.

De Nationale ombudsman deed de volgende aanbevelingen aan het LBIO:

als uitgangpunt te nemen een bedrag van € 476 per maand als de door D. verschuldigde kinderalimentatie en dat bedrag te verhogen met ingang van 1 januari 2008 met het wettelijke indexeringspercentage;

verzoekster en D. uit te nodigen voor een gesprek om te bekijken of de kwestie anders dan door voortzetting van de formele inning kan worden opgelost.

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda

Klacht:

Verkeerd uitgangspunt genomen voor de berekening van de indexering over het alimentatiebedrag; alimentatiebedrag aangemerkt als totaal in plaats van per kind; inningsverzoek niet in behandeling genomen.

Oordeel:

Gegrond