Verzoeker werkte in de zogenoemde Overheid- en onderwijssector (O&O sector) en werd per 1 juli 2005 werkloos. Uitkeringen van cliënten uit de O&O sector worden door een van de rechtsvoorgangers van het UWV, het voormalige USZO, verzorgd. In verzoekers situatie verzorgt het UWV te Groningen de uitkering.
Het UWV betaalde in augustus de uitkering over de maand juli. Verzoeker had hierdoor bijna twee maanden geen inkomen gehad. Verzoekers partner kreeg van het UWV te Hengelo wel haar uitkering in dezelfde maand uitbetaald.
Verzoeker klaagde over het verschil in werkwijze.
Het UWV gaf tijdens het onderzoek aan dat het verschil in betalingsmomenten te wijten is aan de computersystemen. Het computersysteem van het voormalige USZO is, in tegenstelling tot de andere voormalige rechtsvoorgangers van het UWV, niet geschikt om uitkeringen dagelijks betaalbaar te stellen. Het UWV stelde dat de werkwijze van het voormalige USZO nog wel binnen de grenzen van de wet viel. Wel gaf het UWV toe dat cliënten die uit de O&O sector komen, hierdoor hun WW-uitkering een maand later ontvangen dan degenen uit de overige sectoren. Het UWV acht dit niet klantvriendelijk en is druk doende met het nemen van maatregelen om dit verschil in betalingsmomenten ongedaan te maken. Ook is het UWV sinds september 2006 begonnen met het ambtshalve verstrekken van voorschotuitkeringen aan degenen die uit de O&O sector afkomstig zijn. Op verzoek van de cliënt, zal vervolgens in uitzonderlijke gevallen het voorschotbedrag niet volledig met de eerste definitieve betaling worden verrekend.
Voor verzoeker komen deze maatregelen echter te laat.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat, onverlet de maatregelen die het UWV heeft getroffen, er sprake is van schending van het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen.
De Nationale ombudsman heeft met instemming kennis genomen van de getroffen maatregelen.
