2008/012

Rapport

Krachtens een rechterlijke uitspraak was verzoeker kinderalimentatie verschuldigd. Omdat hij volgens zijn ex-echtgenote niet aan zijn betalingsverplichting voldeed, nam het LBIO de inning van de alimentatie over.

Verzoeker klaagt er onder meer over dat het LBIO het door hem verschuldigde alimentatiebedrag met ingang van 1 januari 2007 heeft vastgesteld op een bedrag van € 313,54 terwijl het gerechtshof in haar beschikking van 11 oktober 2006 heeft bepaald dat verzoeker met ingang van 1 januari 2007 een bedrag van € 154 per kind per maand aan alimentatie moest betalen.

In reactie op deze klacht gaf het LBIO aan dat de door het gerechtshof vastgestelde bijdrage met ingang van 1 januari 2007 moest worden verhoogd met het wettelijke indexeringspercentage dat voor 2007 was vastgesteld op 1,8%.

De Nationale ombudsman overwoog dat artikel 1:402a BW onder andere bepaalt dat de indexeringsverplichting ingaat op 1 januari volgend op de datum van de rechterlijke uitspraak waarin de alimentatie is vastgesteld. Niet de ingangsdatum van de alimentatieverplichting geldt hierbij dus als uitgangspunt, maar de datum van de rechterlijke uitspraak waarbij de alimentatie is vastgesteld. Nu de rechterlijke uitspraak van 11 oktober 2006 dateerde, diende het daarin voor 1 januari 2007 vastgestelde alimentatiebedrag, dan ook nog te worden geïndexeerd. Dat het LBIO hiertoe is overgegaan, is dan ook niet in strijd geweest met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.

Verder: overname inning; beslaglegging; opslagkosten.

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Klacht:

Betalingsachterstand aangenomen over de periode februari 2005 tot en met april 2005.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Klacht:

Inning overgenomen; betalingsachterstand aangenomen in maart 2006; betalingsachterstand aangenomen na uitspraak van gerechtshof; opdracht gegeven voor beslaglegging; opslagkosten in rekening gebracht; alimentatiebedrag met ingang van 1 januari 2007 geïndexeerd op bedrag van € 313,54 per maand.

Oordeel:

Niet gegrond