Verzoekers hadden plannen om hun huis te verbouwen en in mei 2005 stond er met betrekking tot hun bouwplannen een publicatie in een plaatselijke krant. Verzoekers' buren waren boos omdat zij niet van te voren in kennis waren gesteld van de bouwplannen. Volgens verzoekers werden zij vanaf dat moment door hun buren getreiterd, beledigd en geïntimideerd.
Verzoekers klagen erover dat hun buurman, een politieambtenaar, misbruik heeft gemaakt van zijn machtspositie door over verzoeker een dossier aan te leggen in de politiesystemen, zonder dat hiervoor voldoende reden was.
De Nationale ombudsman overwoog dat er gelet op de vertrouwelijk aan hem verstrekte informatie voldoende aanleiding was om informatie over verzoeker in RBS te registreren. De Nationale ombudsman kon zich voorstellen dat de politieambtenaar de schijn heeft gewekt misbruik te maken van zijn machtspositie. Gelet op het feit dat hij projectleider opsporing was; hij buiten diensttijd regelmatig optrad als opsporingsambtenaar; er een afspraak lag om informatie van bepaalde aard in RBS vast te leggen én het feit dat de informatie van dien aard was dat er aanleiding was de informatie vast te leggen, oordeelt de Nationale ombudsman dat niet aannemelijk is geworden dat de politieambtenaar misbruik heeft gemaakt van zijn machtspositie. De klacht miste feitelijke grondslag.
Het vereiste van professionaliteit was niet geschonden.
Verzoekers klaagden er verder over dat de commissie voor de politieklachten in haar advies aan de korpsbeheerder onvoldoende was ingegaan op de klacht over de betrokken politieambtenaar. Geen schending van het motiveringsvereiste.