2007/318

Verzoeker had aangifte gedaan van diefstal van de auto van zijn zoon. Niet lang daarna zag zijn zoon de auto door een autohandelaar te koop aangeboden op internet. Daarvan was gelijk melding gedaan aan de politie, waarbij meerdere, zeer specifieke kenmerken van de auto werden genoemd. De politie stelde de dag erna een onderzoek in en trof een auto van hetzelfde type en dezelfde kleur aan, zonder kentekenplaat en waarvan het chassisnummer verschilde van dat van de gestolen auto. De aangetroffen auto werd niet in beslag genomen. Toen de politie de volgende dag terugging naar de autohandelaar, was de bewuste auto niet meer aanwezig Verzoeker klaagde erover dat de politie vervolgens onvoldoende zorgvuldig onderzoek had gedaan en klaagde er met name over dat de politie geen gebruik had gemaakt van de door verzoeker aangeleverde gegevens over specifieke kenmerken van de auto. De Nationale ombudsman oordeelde dat de politie had gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving, nu de politie onvoldoende onderzoek had gedaan. Daartoe overwoog de Nationale ombudsman dat het specifieke deskundigheid vereist om de juistheid van een chassisnummer te onderzoeken, die de betrokken politieambtenaren niet bezaten. Ook vond de Nationale ombudsman dat er dusdanige bijzonderheden ten aanzien van het voertuig waren, dat die bij de betrokken ambtenaren zoveel twijfel hadden moeten oproepen dat dat reden had moeten zijn om het voertuig veilig te stellen. Dat de gefaxte foto's van verzoekers auto onleesbaar waren, had aanleiding moeten zijn daarover contact op te nemen met het betreffende politiebureau. Door dat niet te doen en door geen nader onderzoek in te stellen, was er niet behoorlijk gehandeld.