Voor verzoekers woning werd een sirene geplaatst, waarmee de bevolking kan worden gewaarschuwd in het geval van calamiteiten. De sirene was eerder op een andere plek in de straat geplaatst, maar later herplaatst naar de plek voor verzoekers woning.
Verzoeker klaagt over dat de beslissing tot plaatsing van de sirene voor zijn woning en ook dat hij daarover voorafgaand aan de plaatsing niet is geïnformeerd.
De Nationale ombudsman overwoog dat nut en noodzaak van de sirenes binnen het kader van het onderzoek een gegeven zijn. Overlast in de vorm van uitzicht op een sirene in een klein land als Nederland is daarbij onvermijdelijk. Wel dient de overheid om te komen tot een verantwoorde spreiding van de overlast een zorgvuldige belangenafweging te maken. Factoren als technische mogelijkheden, optimale dekking, het vermijden van gevaarlijke verkeersituaties en het voorkomen van gehoorschade en zichthinder dienen te zijn afgewogen alvorens tot een besluit te komen. De Nationale ombudsman was van oordeel dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) op afdoende inzichtelijke wijze naar voren had gebracht hoe de besluitvorming over de plaatsing van de sirene tot stand was gekomen en dat daarbij de voornoemde factoren tegen elkaar waren afgewogen. De minister had in redelijkheid tot de plaatsing van de sirene voor verzoekers woning kunnen komen en er was gelet daarop geen strijd met het redelijkheidsvereiste. De onderzochte gedraging was op dit punt behoorlijk.
Ten aanzien van de informatieverstrekking overwoog de Nationale ombudsman dat verzoeker en andere omwonenden vooraf niet waren geïnformeerd over de plaatsing van de sirene. De Nationale ombudsman was van oordeel dat, ondanks dat er voor de plaatsing geen bouwvergunning was vereist, dat wel had moeten gebeuren, bijvoorbeeld in de vorm van een aankondiging in een huis-aan-huisblad of een dag- of nieuwsblad. Indien de plaatsing van een sirene in het bijzonder de belangen van een burger raakt dan kan een meer individuele aankondiging op zijn plaats zijn. Het standpunt van het Ministerie van BZK dat het informeren van omwonenden bij uitstek een taak is van de gemeente deelde de Nationale ombudsman niet, aangezien de beslissing tot plaatsing is voorbehouden aan het ministerie. De onderzochte gedraging was op dit punt niet behoorlijk en in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking. De Nationale ombudsman zag hierin aanleiding een aanbeveling te doen en gaf de minister van BZK in overweging om de plaatsing van sirenes vooraf bekend te maken aan omwonenden.
