2007/315

Rapport

Verzoeker klaagt er over dat het college van burgemeester en wethouders van Bernheze het raadsbesluit inzake de aanwijzing van zijn woonboerderij als rijksmonument niet juist had uitgevoerd.

Artikel 3, tweede lid, van de Monumentenwet 1998, zoals dat gold tot 8 maart 2006, bepaalt dat voordat een beslissing genomen wordt op een verzoek om aanwijzing als beschermd monument advies gevraagd wordt aan de raad. Na 8 maart 2006 wordt niet meer de raad, maar het college van burgemeester en wethouders om advies gevraagd. Overeenkomstig het raadsbesluit werd de Rijksdienst voor de Monumentenzorg meegedeeld dat de gemeenteraad verzocht een nader onderzoek te doen verrichten, teneinde op basis daarvan te kunnen oordelen over de wenselijkheid van aanwijzing als beschermd monument. De staatssecretaris deelde het college van burgemeester en wethouders mee dat niet op het verzoek van de gemeenteraad kon worden ingegaan, waarna door het college geen nader onderzoek is verricht naar de cultuurhistorische waarde van het pand.

De Nationale ombudsman overwoog dat verzoeker uit het raadsbesluit en de met het raadsbesluit aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg verstuurde brief de gerechtvaardigde verwachting kon ontlenen dat de bestuursorganen van de gemeente Bernheze, binnen de grenzen die daartoe zijn gegeven, haar invloed zou uitoefenen om aanwijzing van de woonboerderij tot beschermd rijksmonument te realiseren. Nu het college van burgemeester en wethouders, nadat de staatssecretaris had meegedeeld, dat niet op het verzoek van de gemeenteraad kon worden ingegaan geen enkele actie meer heeft ondernomen, is naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet gehandeld in overeenstemming het vereiste van rechtszekerheid.

De Nationale ombudsman deed het college de aanbeveling met verzoeker om de tafel te gaan zitten, om zodoende te bezien of en op welke wijze alsnog aan de wens van de raad kan worden tegemoet gekomen.

Instantie: gemeente Bernheze

Klacht:

Niet adequaat gereageerd op verzoek van minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen om advies uit te brengen omtrent door verzoeker ingediende aanvraag tot aanwijzing van diens woning als rijksmonument.

Oordeel:

Gegrond