Verzoeker, een minderjarige asielzoeker uit Kenia, klaagt erover dat hij in het kader van zijn asielverzoek ruim dertien uren is verhoord, nadat de IND zijn verzoek om uitstel had afgewezen.
Verzoeker verkeerde tijdens het gehoor psychisch in slechte gezondheid. Uit het eerste gehoor was onder meer gebleken dat hij seksueel was misbruikt en dat hij grote moeite had om daarover te spreken. Bij de bespreking van het verslag van dit gehoor met zijn advocaat was hij buitengewoon emotioneel, angstig en uitte hij zich suïcidaal. Dit was voor zijn advocaat aanleiding om de IND tot tweemaal toe te verzoeken uitstel te verlenen van het nader gehoor. Zonder verder medisch onderzoek wees de IND dit verzoek af. De zaak van verzoeker werd binnen de AC-procedure, dat wil zeggen binnen 48 procesuren, verder behandeld. De Nationale ombudsman verklaarde de klacht over het niet verlenen van uitstel gegrond. De IND had weliswaar een toevallig aanwezige verpleegster van de GGD hierover geraadpleegd, maar dat was gezien het geheel ontbreken van medische gegevens over verzoeker en de serieuze aard van de afgegeven informatie over verzoekers psychische gesteldheid, in dit geval onvoldoende. De Nationale ombudsman oordeelde dat de IND hiermee in strijd had gehandeld met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving. Ook is gebleken dat verzoeker in drie dagen tijd gedurende meer dan dertien uren door een contactambtenaar van de IND is verhoord over zijn asielmotieven. Het gaat daarbij niet zozeer om het bewaken van de kwaliteit van het onderzoek in het kader van de asielprocedure. De IND diende vooral te zorgen dat verzoekers welzijn niet werd geschaad. Door het verhoor toch door te zetten, heeft de IND niet behoorlijk gehandeld wegens schending van het vereiste van correcte bejegening.