Verzoekster was lid van een stembureau, waar ook haar bejaarde moeder kwam stemmen. Omdat haar moeder haar stempas en oproepingskaart was vergeten, is verzoekster die gaan halen op moeders kamer, die ligt in het complex waar ook het stembureau was gevestigd. Volgens verzoekster had zij toestemming van de voorzitter van het stembureau om "even" weg te gaan. Haar moeders verzorgster verklaarde later dat zij hooguit vijf tot tien minuten afwezig was. De voorzitter van het stembureau maakte na sluiting van het stembureau melding van een afwezigheid van twintig minuten. De burgemeester van Muiden besloot daarop verzoekster niet meer op te roepen als lid van een stembureau omdat zij langdurig, zonder dat te melden, afwezig was.
Verzoekster klaagt erover dat de burgemeester op onjuiste gronden tot haar conclusie is gekomen.
De Nationale ombudsman overwoog dat het van groot belang is dat verkiezingen eerlijk, zorgvuldig en efficiënt verlopen, omdat geen twijfel mag bestaan over de geldigheid van verkiezingen en de positie van kandidaten en politieke partijen. Daarom en vanwege het soms ingewikkelde kiesstelsel zijn er gedetailleerde voorschriften voor een ordelijk en eerlijk verloop van de verkiezingen, onder meer dat op een stembureau drie personen zitting hebben, elk met zijn eigen taken, waaronder een voorzitter om op een correct verloop toe te zien en daar zo nodig naar te handelen.
In dit geval is voldoende aannemelijk dat verzoekster haar plaats met toestemming of met medeweten van de voorzitter heeft verlaten. De voorzitter heeft uit verzoekster vraag mogen begrijpen dat zij "even"afwezig was, dat wil in het spraakgebruik zeggen enkele ogenblikken of een paar minuten. Dat kan worden gelijkgesteld met de maximaal drie minuten die een lid wordt gegund voor toiletbezoek of het roken van een sigaret. Uit zowel verzoeksters eigen verklaring, onder meer dat zij op haar moeders kamer heeft moeten zoeken naar de oproepkaart maar die niet heeft kunnen vinden, en uit de pas twee weken later opgestelde verklaring van de verzorgster blijkt dat zij langer afwezig was. Daar komt nog bij dat het hier gaat om een schatting van de tijd en dat de beleving van de tijd van persoon tot persoon verschilt.
In de omstandigheden van die geval kon de burgemeester in redelijkheid besluiten om verzoekster niet meer op te roepen. De organisatie van een verkiezingsevenement vraagt de inzet van vele personen. Een bestuursorgaan moet erop kunnen vertrouwen dat degenen die zijn gevraagd om mee te werken op de hoogte zijn van de regels en daar naar handelen. In dit geval ontbreekt het aan dat vertrouwen.
De Nationale ombudsman oordeelde de klacht niet gegrond, omdat de onderzochte gedraging niet strijdt met het redelijkheidvereiste.