2007/271

Rapport

Verzoekster heeft een chronische ziekte. De klachten die bij deze chronische ziekte horen worden erger naarmate verzoekster te maken krijgt met spanningen. Verzoekster had een arbeidsconflict met haar werkgever. Dit leidde tot dusdanige spanningen dat de klachten horend bij de chronische ziekte verergerde, waardoor zij niet meer goed kon functioneren. Verzoekster meldde zich ziek bij haar werkgever. De bedrijfsarts verklaarde verzoekster enige tijd later beter onder de voorwaarde dat de werkgever iets zou doen om het arbeidsconflict op te lossen. De werkgever was echter niet bereid op dit punt actie te ondernemen. Verzoekster vroeg vervolgens bij het UWV een deskundigenoordeel aan over de volledige geschiktheid voor het eigen werk. De verzekeringsarts verklaarde verzoekster volledig arbeidsgeschikt, maar met de voorwaarde dat de werkgever iets zou doen om het arbeidsconflict op te lossen. De uitkomst van het deskundigenoordeel werd naar verzoekster, naar haar werkgever en bedrijfsarts gezonden.

Verzoekster klaagde er bij de Nationale ombudsman over dat de verzekeringsarts in zijn rapportages behorend bij het deskundigenoordeel niet voldoende inzichtelijk had gemaakt waarom hij haar arbeidsgeschikt achtte en wat hij met het deskundigenoordeel beoogde. Tevens klaagde verzoekster erover dat het UWV een ongemotiveerd deskundigenoordeel naar haar, haar werkgever en haar bedrijfsarts had gezonden.

Uit onderzoek door de Nationale ombudsman bleek dat de verzekeringsarts in de rapportages, die hij had opgesteld naar aanleiding van de aanvraag deskundigenoordeel, voldoende inzichtelijk had gemaakt wat hij met het deskundigenoordeel beoogde. Hij gaf aan dat hij zich bij het standpunt van de bedrijfsarts aansloot dat verzoekster volledig arbeidsgeschikt was, maar dat er eerst wat aan het arbeidsconflict zou moeten worden gedaan alvorens zij weer aan het werk zou kunnen gaan.Uit het onderzoek door de Nationale ombudsman bleek tevens dat het UWV de uitkomst van het deskundigenoordeel per brief aan betrokkenen bekend had gemaakt en dat in die brief slechts stond dat verzoekster volledig arbeidsgeschikt was. Er werd door het UWV geen melding gemaakt van de voorwaarde dat er eerst iets aan het arbeidsconflict zou moeten worden gedaan alvorens verzoekster weer daadwerkelijk zou kunnen werken.

Voor wat betreft de klacht dat de verzekeringsarts in zijn rapportages onvoldoende inzichtelijk had gemaakt waarom hij verzoekster arbeidsgeschikt achtte en wat hij precies met het deskundigenoordeel beoogde achtte de Nationale ombudsman de klacht niet gegrond. Voor wat betreft het verzenden van een ongemotiveerd deskundigenoordeel naar betrokkenen kwam de Nationale ombudsman tot de conclusie dat het UWV in strijd had gehandeld met het motiveringsvereiste.

Instantie: UWV Utrecht

Klacht:

N.a.v. aangevraagde deskundigenoordeel in rapportages onvoldoende inzichtelijk gemaakt wat met het afgegeven deskundigenoordeel werd beoogd en onvoldoende inzichtelijk gemaakt waarom verzoekster volledig arbeidsgeschikt werd geacht; .

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: UWV Utrecht

Klacht:

Op 3 januari 2007 deskundigenoordeel gestuurd dat onvoldoende gemotiveerd was .

Oordeel:

Gegrond