Verzoekers woning is aangesloten op het door de gemeente Delft beheerd openbaar riool. Uit de wet en de Aansluitverordening van de gemeente volgt dat het beheer en het onderhoud van de huisaansluiting, ook als die (deels) in gemeentegrond ligt, voor rekening is van de woningeigenaar.
Verzoekers huisaansluiting diende te worden hersteld, waarvoor de gemeente hem reparatiekosten in rekening heeft gebracht. Verzoeker weet het probleem aan een verzakking van de straat, waarvoor de gemeente aansprakelijk is. Volgens de gemeente was het probleem een gevolg van ouderdom en een gebrekkige constructie van de aansluiting.
Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders de herstelkosten voor zijn rekening heeft gelaten.
In het geval dat de Nationale ombudsman wordt gevraagd om een oordeel over de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding stelt hij zich terughoudend op, omdat alleen de burgerlijke rechter mag beoordelen of, en zo ja, in hoeverre de toekenning van schadevergoeding terecht is.
De Nationale ombudsman overwoog, dat partijen van mening verschillen over de oorzaken van de schade, en dat het ontbreekt aan voldoende concrete aanwijzingen voor nalatigheid van de gemeente.
In de situatie van dit geval heeft het college van burgemeester en wethouders van Delft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen niet aansprakelijk te zijn voor verzoekers schade.
De Nationale ombudsman oordeelde dat de klacht dan ook niet gegrond is (redelijkheidsvereiste).