Verzoeker wordt staandegehouden na een verkeersovertreding. Er ontstaat een woordenwisseling met de politie. Verzoeker wil weglopen. Politieambtenaar pakt hem tot tweemaal toe bij de bovenarm. Verzoeker houdt hier blauwe plekken aan over.
Verzoeker klaagt over geweldgebruik.
No vindt dat de politie niet heeft gehandeld in strijd met het recht op onaantastbaarheid van verzoekers lichaam, nu vast staat dat verzoeker probeerde weg te lopen, terwijl hij de aanwijzingen van de politie had dienen op te volgen. Bovendien is gebruikte geweld in verhouding tot het daarmee beoogde doel.