2007/232

Rapport

Op 4 januari 2007 ontdekte de politie op de bovenverdieping van een woning die door verzoekster werd verhuurd aan een derde een hennepplantage. Tijdens de ontmanteling van deze hennepplantage liet de politie de potaarde achter in de kamers waar de hennepplantage was aangetroffen. Volgens verzoekster deponeerde de politie deze potaarde op de licht gekleurde vloerbedekking van de kamers waarin de hennepplantage stond. Hierdoor ontstond er schade aan de vloerbedekking en de muren van de kamers.

Verzoekster klaagt erover dat de politie bij de ontmanteling van een hennepkwekerij die zich in haar verhuurde woning bevond de potaarde op de vloerbedekking heeft gedepo­neerd. Verzoekster klaagt er voorts over dat haar verzoek tot schadevergoeding is afgewezen.

De Nationale ombudsman is zich ervan bewust dat bij een ontmanteling van een hennepkwekerij enige vervuiling van een woning niet valt te vermijden, hetgeen voor risico van de eigenaar van de woning komt. In het geval van verzoekster is de Nationale ombudsman echter van mening dat de politie door de wijze waarop zij de potaarde heeft gedeponeerd in de kamers van de woning van verzoekster niet zorgvuldig heeft gehan­deld. Niet valt in te zien waarom de politie de potaarde niet had kunnen deponeren in vuilniszakken, dan wel een andere oplossing (zoals het door politieambtenaar M. naar voren gebrachte afknippen van de hennepplanten of het afdekken van de rest van de vloeren en van de wanden) had kunnen bedenken, waardoor de vervuiling van de vloerbedekking en de muren van de woning van verzoekster aanmerke­lijk beperkter was gebleven. Daarbij acht de Nationale ombudsman het argument van de politie dat het doen van potgrond in vuilniszakken arbeidsintensiever zou zijn niet steekhoudend omdat de hoeveelheid extra werk die dit zou hebben gevergd niet zo groot is dat dit het toebrengen van de onderhavige schade rechtvaardigt. De Nationale ombudsman is dan ook van oordeel dat de politie in strijd met het vereiste van evenredigheid heeft gehandeld.

In het verlengde hiervan oordeelde de Nationale ombudsman dat de politie het verzoek tot schadevergoeding in redelijkheid niet had mogen afwijzen.

Het evenredigheidsvereiste, niet behoorlijk;

Het redelijkheidsvereiste, niet behoorlijk.

De Nationale ombudsman geeft de beheerder van het regionale politiekorps Gooi & Vechtstreek in overweging een nieuwe beslissing te nemen op het verzoek tot schade­vergoeding en bij de motivering daarvan uit te gaan van het oordeel van de Nationale ombudsman over het eerste klachtonderdeel.

Instantie: Regiopolitie Gooi en Vechtstreek

Klacht:

Bij ontmanteling van hennepkwekerij potaarde op de vloerbedekking gedeponeerd; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Oordeel:

Gegrond