Het UWV betaalde verzoeksters ZW-uitkering over de periode augustus 2006 tot en met december 2006 grotendeels op een verkeerd rekeningnummer. Verzoekster kwam daardoor in financiële problemen. Blijkens het beleid van het UWV moesten foutief betaalde bedragen eerst door het UWV retour zijn ontvangen voordat deze opnieuw konden worden uitbetaald. In de praktijk betaalde het UWV de foutief betaalde uitkeringsbedragen weliswaar "uit coulance" aan de uitkeringsgerechtigde, indien overduidelijk bleek dat de fout door het UWV was veroorzaakt, maar dit betrof geen vast beleid.
Gelet hierop gaf de Nationale ombudsman het UWV in overweging om het beleid bij betaling op een foutief rekeningnummer te wijzigen, in die zin dat het UWV bij betaling op een verkeerd rekeningnummer direct op het juiste rekeningnummer moet betalen, indien onduidelijk is waardoor op een verkeerd rekeningnummer is gestort en in het geval de fout bij het UWV ligt. Mocht de fout bij de uitkeringsgerechtigde liggen dan zal het UWV eerst naar alle feiten en omstandigheden van het geval moeten kijken, waaronder de financiële situatie van de uitkeringsgerechtigde, voordat besloten wordt de retourbetaling af te wachten.
De Nationale ombudsman achtte verzoeksters klachten over de betaling van de ZW-uitkering op een verkeerd rekeningnummer, bovengenoemd beleid van het UWV, het lang wachten met uitbetalen van de ZW-uitkering en het niet nakomen van de toezegging om een toelichting te geven op de uitkeringsspecificatie gegrond respectievelijk wegens schending van het vereiste van administratieve nauwkeurigheid, het redelijkheidsvereiste, het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen en het rechtszekerheidsvereiste.